De ervaring van God op oudere leeftijd

zo 08 nov 2015 Jezuïeten / Spiritualiteit / Wereldwijd /
De ervaring van God op oudere leeftijd

Het onverwachte in het leven van een christen, door Michel Rondet sj

Het onverwachte in het leven van een christen, door Michel Rondet sj

Geboren in 1923 leidde Michel Rondet sj een druk leven als jezuïet in Frankrijk. Twee jaar geleden veranderde zijn leven op dramatische wijze. In onderstaande bijdrage getuigt hij over wat dit betekent voor hem als gelovig mens.

Op 7 november 2013 veranderde mijn leven ingrijpend. Door een ongelukkige val van de trap liep ik drie bloeduitstortingen in de hersenen op en raakte ik halfzijdig links verlamd. Ik was 90 jaar oud. Al enkele jaren bereidde ik mij voor op wat ik als mijn laatste en meest radicale geloofsdaad wenste te zien, namelijk mijn dood. Ik had over dit thema geschreven en gesproken. Maar ik had me niet kunnen voorstellen dat mijn leven daarvóór nog zo’n grote wending zou nemen. Op die 7e november echter, terwijl ik nog helemaal gezond was en volop actief, werd ik binnen een kort tijdsbestek ernstig ziek. Ik raakte verlamd aan de linkerkant en ik werd veroordeeld tot permanente hospitalisatie. Ik kon niet eens teruggaan naar mijn kamer om een brief af te maken of om mijn papieren te ordenen. Een nieuw leven begon voor mij en ik moest dit aanvaarden en vormgeven.

Het is dit proces dat ik hier probeer weer te geven. Ik hoop lotgenoten, die niet dezelfde steun hebben gehad als ik, te helpen om dit positief te beleven door er zin aan te geven.

Een breekpunt

Het eerste gevoel dat zich opdringt is dat van een breekpunt. Dit lichaam dat deed wat ik wilde en reageerde op mijn verlangens, doet dit nu niet meer of zeer onvolledig. Ik moet wennen aan deze onmacht. Ik probeer mijn houding en mijn daden aan te passen aan de nieuwe situatie. Dit kost tijd. Tegelijkertijd moet ik er alert op zijn mijn conditie niet te laten verslechteren door inactiviteit. Daarom is meewerken aan de soms pijnlijke fysiotherapie een noodzaak. Om nog maar te zwijgen van de talloze en vernederende onhandigheden, die me elke dag bewuster maken van mijn afhankelijkheid.

Men beschouwde mij als iemand met een heldere geest die de dingen goed kon samenvatten en die zich goed kon uitdrukken. Gelukkig heb ik dit vermogen grotendeels behouden. Ik erken echter dat er iets veranderd is: ik slaag er minder goed in om mijn gedachten te beheersen. Om mijn reflecties te ontwikkelen heb ik meer tijd nodig. Mijn geheugen laat me vaker in de steek. Ik moet steeds meer zoeken naar een woord, een herinnering of een recente gebeurtenis. Wat ik op het moment zelf niet heb opgemerkt, wordt snel vergeten. Ik moet accepteren dat ik voor mijn vrienden niet meer ben wie ik was. Wanneer zij het over me hebben, dan verwijzen ze steeds vaker naar mijn verleden.

In deze situatie is het niet makkelijk om nieuwe contacten te leggen. Men krijgt al snel de indruk dat de mogelijke gesprekspartner zich tot iemand anders dan jou richt. Ja, mijn leven is veranderd. Ik moet dit accepteren en me er moedig op toeleggen een nieuw leven op te bouwen.

Mijn geloof door elkaar geschud!

Het is een goddelijk geschenk dat mijn geloof nooit erg op de proef is gesteld. Mijn leven werd altijd ondersteund door het christelijke raamwerk dat mij vergezelde sinds mijn kindertijd. Verder heeft het feit dat het mijn belangrijkste taak was om andere gelovigen te helpen hun geloof te verdiepen mijn eigen geloof versterkt. De moeilijkheden of crises die ik vroeger meemaakte, waren meestal gelinkt met de kerk of met de zendingen die aan mij toevertrouwd waren.

Nu sta ik voor een leven dat alleen zinvol kan zijn wanneer het is gefundeerd op een sterk en dagelijks beleefd geloof. Dit is niet gemakkelijk, want nu komen er vragen in mij op die ik tot nu toe niet had gesteld. Als alles nu eens een illusie was? Wat als ik mijn leven op zand had gebouwd? Deze vragen stel ik zonder bitterheid of spijt, maar het schept wel een soort ongemakkelijke vacuüm. In ieder geval creëert het een scherp contrast met de zekerheden waarmee ik tot nu toe leefde.

Gelukkig was voor mij het geloof altijd een dialoog met God. Ik blijf ervan overtuigd dat God mij persoonlijk roept en ik probeer Hem te antwoorden. In het hart van deze dialoog is Gods trouw mij altijd voorgegaan en heeft deze mij mijn hele leven begeleid. Op deze loyaliteit reken ik ook vandaag. Wanneer er een genade is waarop ik heb kunnen steunen, dan is er nu het gevoel dat ik het mezelf verplicht ben ruimhartig te reageren op deze gave van God. Het gegeven woord niet nakomen zou mij te gronde richten. Ik kan dit zelfs niet overwegen in het licht van Gods genade. Dit is wat mij staande houdt in het geloof, met al mijn twijfels en mijn zwakke punten.

Deze beproeving helpt me ook om beter te onderscheiden wat essentieel is in het geloof en wat deze beproeving kan doorstaan. Ik probeerde dit al altijd. Maar door de urgentie van mijn huidige situatie ben ik hiertoe op een meer radicale manier geroepen.

Zoals ooit één van mijn grote voorgangers in de jezuïetenorde, pater François Varillon, vertelde: “Denk niet dat het geloof eenvoudig zal zijn op oudere leeftijd!” Dat is waar. Maar wij worden daarin ook voorbereid voor de ultieme en meest radicale geloofsdaad: “In Uw handen beveel ik mijn geest!”

Een nieuw leven

Ik voel mij geroepen tot een nieuw leven. Het is als een nieuwe geboorte, vergelijkbaar met het appèl van Jezus aan Nicodemus. Herboren van boven, opnieuw geboren in de geest of, zoals de heilige Paulus het uitdrukt: leven in de opgestane Christus. Het is paradoxaal dat op het moment waar alles in mij de neiging heeft om te verminderen, mijn leven juist zin krijgt met het oog op het komende koninkrijk. In plaats van met nostalgie en met spijt terug te blikken op het verleden, dien ik elke ochtend te kijken naar de toekomst. Een toekomst in het licht van het koninkrijk, levendig in geloof en in hoop.

Dit gebeurt niet vanzelf. Ik moet dat geloof elke dag voeden en versterken. Op de eerste plaats moet ik werken aan een persoonlijk levenskader. De zorgen en de activiteiten van het gemeenschapsleven vragen al een deel van mijn tijd.  De rest van mijn tijd dreigt te worden opgeslokt door kleinigheden, tenzij ik mij een stevig raamwerk aanmeet. Dus ik moet elke dag duidelijke afspraken maken met betrekking tot gebedstijden, meditatie en studie. Indien ik dat niet doe, dan ga ik op in onbeduidendheden. Dit gebeurt echter allemaal met een zekere flexibiliteit, waarbij er tijd is voor broederlijke bijeenkomsten en onvoorziene omstandigheden.

Ik hecht veel belang aan geestelijke lectuur. Het zijn eenvoudige en stimulerende teksten van de hand van geliefde schrijvers. Wanneer ons gebedsleven niet gemakkelijk te voeden is, kan het goed zijn om verzen uit de psalmen, liederen van Didier Rimaud en passages uit het Evangelie uit het hoofd te leren. Deze teksten zullen onze gedachten de hele dag terugvoeren naar God. We mogen ook niet de eenvoudige vormen van gebed zoals de rozenkrans, de litanieën en het Jezusgebed negeren. Zij zullen van grote waarde blijken.

De Mariaverering tijdens de bedevaarten van mijn jeugd vond ik ook terug. Ik had deze verwaarloosd. Nu hervind ik haar door het voor ogen hebben van de rozenkrans en de reproductie van een Madonna met Kind van Arcabas. Zij biedt het door een aureool omgeven kind aan. Hij vormt het centrum van de schildering. Zij, de dienstmaagd van de Heer, houdt zich op de achtergrond. We zien twee blauwe ogen vol tederheid die ons uitnodigen tot liefdevolle contemplatie.

Ik heb altijd graag gebeden met mijn medebroeders. Het gebed was soms sober, opgelegd door onze verschillende missies. Maar ik dank God dat ik heb geleefd in gemeenschappen waar dit gebed mogelijk was. Nu is dit gebed voor mij echter absoluut noodzakelijk geworden. Om elke ochtend weer in geloof mijn dagelijks leven in zijn grijsheid en monotonie op te pakken, is het belangrijk de aanwezigheid om mij heen te voelen van mijn broeders. Ondanks het feit dat ze kreupel zijn zoals ik, blijven ze waakzaam en trouw in het gebed. Dat we elkaar zij aan zij in de kapel terugvinden is voor mij een onmisbare steun. Samen zijn we het lijdend lichaam van Christus, die ons Zijn armoede aanbiedt. Uiteindelijk zou deze gehele wijze waarop we God ontmoeten, ingericht moeten worden als fundament van ons dagelijks leven.

Een toekomst in het licht van het komende koninkrijk

Het koninkrijk van God was altijd al de horizon van ons leven. Haar nabijheid neemt deze dagen echter een nieuw gezicht aan. Het is daar als onze meest nabije toekomst. We hebben geen ander perspectief. Deze gedachte moeten wij ons eigen maken. Zij wordt ons dagelijks opgelegd. Toch hebben we de tijd genomen om haar te accepteren. Nu moeten we leren om haar lief te hebben. Wat ons zou kunnen afschrikken, is daarentegen onze troost geworden. Nu is de tijd eindelijk gekomen om ons definitief te verenigen met het Lichaam van Christus. Dit moet ons vervullen met vreugde, tenminste als ons geloof groot genoeg is. Tenslotte verenigt ons gebed, ongeacht haar vorm, zich rond dit verzoek: doe ons geloof toenemen. Ja, ons leven is mooi. Het leidt ons naar het meer intens beleven van de zegen van hen die geroepen zijn om te geloven zonder te zien. Enkele weken geleden ontving ik het sacrament van de ziekenzalving. Gedurende mijn theologische opleiding heb ik altijd geprobeerd om elk magisch begrip van de sacramenten uit te roeien. Ik koppelde de doeltreffendheid ervan aan hun symbolische en spirituele karakter. De zalving van de zieken is in dit perspectief een effectief teken van Gods tederheid voor het lijden van de mensen. De Kerk die de bewaarder van dit teken is, heeft het vertaald in een gebaar van verzorgenden. Het zalven met olie was destijds het meest universele medicijn. Tegenwoordig nodigt de trouw aan de betekenis van dit sacrament ons uit tot een geestelijke interpretatie van de veelheid van zorg die wij ontvangen. Het is door hen dat het sacrament ons uitnodigt om het teken van de tederheid van God voor ons te vinden. De Menswording betekent óók: God is aanwezig in de vaardigheid en in de zorgzame aandacht van hen die ons verzorgen.

Deze ervaring heeft me doen beseffen dat ik in deze getuigenis misschien niet genoeg de diepe eenheid tussen geloof, hoop en liefde benadrukt heb. Deze drie theologische deugden vormen een geheel en we kunnen ze niet van elkaar scheiden. Als deze beproeving ertoe geleid heeft de hoop en het geloof te versterken, dan is dat om me te leiden naar een herontdekking van de liefde. Het is de liefde waarmee ik omringd ben en zij roept mij op om dit te vertalen in mijn leven. Bovendien ben ik mij er steeds meer van bewust dat mijn gebed gericht is op dit unieke verzoek: leer mij om lief te hebben. Of… om Elisabeth van de Drie-eenheid te citeren: “Wek mij op tot de liefde.”

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel