“Niet alleen het onwaarschijnlijke, maar het onmogelijke”

do 20 okt 2016 Jezuïeten / Spiritualiteit / Wereldwijd /
"Niet alleen het onwaarschijnlijke, maar het onmogelijke"

Eerste preek van pater generaal pater Arturo Sosa sj

Eerste preek van pater generaal pater Arturo Sosa sj

Volledige tekst van de preek van pater Arturo Sosa S.J., uitgesproken tijdens de misviering ter gelegenheid van zijn verkiezing tot algemene overste van de Sociëteit van Jezus, in de kerk van de Gesù in Rome, op 15 oktober 2016

Lezingen: Sir 39,6-10 (gr); Rom 15,2-7.16, 17-18.25-27; Mc 13,33-37

Dierbare medebroeders,

Enkele dagen geleden nodigde pater Bruno Cadoré ons uit, in deze kerk van de Gesù waar de resten van Sint-Ignatius en Pedro Arrupe begraven zijn, tot de durf om het onwaarschijnlijke te hopen. Deze durf in het bijzonder karakteriseert de gelovige mens die ernaar streeft te getuigen van zijn geloof in de complexe realiteit van het menselijk leven. Hij nodigde ons uit onze angst achter ons te laten en de volle zee op te roeien – een houding van waaruit we tegelijk creatief en trouw kunnen zijn tijdens de Algemene Congregatie.

Zeker, de durf die we nodig hebben om dienaars van de zending van Jezus Christus te zijn, kan alleen voortkomen vanuit het geloof. Daarom is onze blik in de eerste plaats gericht op God, want er is maar één Vader, en Hij is in de hemel – de passage uit het evangelie die we zojuist hoorden, herinnert ons hieraan. Ook de Formula van het Instituut herinnert ons hieraan in paragraaf 1: “Laat (de jezuïet), zolang hij leeft, boven alles God voor ogen hebben en dan deze Formula Instituti.” Uiteindelijk is wat we willen dat heel ons hart in harmonie is met de barmhartige Vader, de God die alleen liefde is, ons Uitgangspunt en Fundament – het hart van ieder van ons en ook het hart van het lichaam van de Sociëteit van Jezus

Als ons geloof is als dat van Maria, Jezus’ eigen moeder en de moeder van de Sociëteit van Jezus, dan kan onze durf nog verder gaan en zoeken we niet alleen het onwaarschijnlijke, maar het onmogelijke; want niets is onmogelijk voor God, zoals de aartsengel Gabriël verkondigt bij de Annunciatie (Lc 1,37). Dat was ook het geloof van de heilige Teresa van Ávila, of de heilige Teresa de Jesús, van wie we vandaag de gedachtenis vieren. Ook zij droeg zich, zonder angst, op aan de Heer om het onwaarschijnlijke en het onmogelijke te ondernemen.

Laten we daarom de Heer vragen om dit geloof zodat ook wij, als Sociëteit van Jezus, ons de woorden van Maria eigen kunnen maken die zij uitsprak in reactie op de buitengewone oproep die ze had ontvangen: “Ik ben de dienares van de Heer; laat mij geschieden naar uw woord.”Net als Ignatius en de eerste metgezellen, zoals zovele medebroeders-jezuïeten die streden en die vandaag strijden onder de banier van het kruis, alleen in dienst van de Heer en zijn kerk, verlangen ook wij bij te dragen aan wat vandaag onmogelijk lijkt: een mensheid verzoend in rechtvaardigheid, die vreedzaam woont in een goed verzorgd gemeenschappelijk huis waar plaats is voor iedereen, omdat we elkaar herkennen als broeders en zusters, als zoons en dochters van dezelfde en enige Vader.

Dit is de reden waarom we vandaag de overtuiging van Ignatius bevestigen zoals hij deze beschreef in de Constituties: “Aangezien de Sociëteit van Jezus niet werd ingesteld door menselijke middelen, is het niet door deze dat zij kan worden bewaard en vergroot, maar door de almachtige hand van Christus, onze God en Heer; op Hem alleen moeten wij onze hoop vestigen.”

Met onze hoop gevestigd op God en op God alleen zal ​​de Algemene Congregatie doorgaan met haar beraadslagingen en zal zij bijdragen aan haar plicht dit hele lichaam te behouden en te doen groeien. (vgl. Const. 719).

Het behoud en de groei van het lichaam van de Sociëteit van Jezus hangt nauw samen met de diepte van het geestelijk leven van elk van haar leden en van de communauteiten waarin we ons leven en de zending van onze medebroeders delen. Tegelijkertijd is het noodzakelijk om te komen tot een ​​buitengewone intellectuele diepgang om creatief na te denken over de manier waarop onze dienst aan de zending van Christus Jezus meer effectief kan zijn, binnen het kader van de creatieve spanning van het ignatiaanse magis. Om na te denken over manieren waarop we tot een diepgaand begrip kunnen komen van de unieke periode in de geschiedenis van de mensheid waarin wij leven en bij te dragen aan het zoeken naar alternatieve oplossingen om een einde te maken aan armoede, ongelijkheid en onderdrukking. Om na te denken en ons zonder ophouden relevante theologische vragen te stellen, zo dat het begrip van het geloof waar we de Heer om vragen zich blijft verdiepen in ons.

We zijn niet alleen. Als metgezellen van Jezus willen we de weg van de incarnatie volgen en onszelf identificeren met de mensen die lijden onder de gevolgen van onrecht. De Sociëteit van Jezus kan zich alleen ontwikkelen in samenwerking met anderen; alleen wanneer zij de ”minima societas” wordt die samenwerkt. Laten we hier alert zijn voor taalkundige valkuilen. We willen de samenwerking vergroten, niet alleen door ernaar te streven dat anderen met ons samenwerken, uitsluitend in onze eigen werken, alleen maar omdat we het prestige van de positie van wie het laatste woord heeft niet willen verliezen. We willen ruimhartig samenwerken met anderen, binnen en buiten de kerk, in het bewustzijn dat komt met de Godservaring, geroepen te zijn tot de zending van Jezus Christus, die echter niet uitsluitend van ons is, maar die wij delen met zo veel mannen en vrouwen die zich wijden aan de dienst aan anderen.

Tijdens deze gezamenlijke reis zullen we, met de genade van God, ook nieuwe metgezellen vinden om het aantal te vergroten – dat echter altijd veel te klein zal zijn, hoe groot het ook zal zijn –, medewerkers die, samen met de anderen, worden uitgenodigd om een ​​deel van dit lichaam te worden. Er is nauwelijks enige twijfel over de noodzaak van ons gebed en van onze inspanningen om het aantal roepingen tot de orde te doen toenemen. Dit geldt ook voor de vraag of we door moeten gaan met de moeilijke taak om deze jonge leden op te leiden tot echte jezuïeten, tot ledematen van dit multiculturele lichaam, dat geroepen is om te getuigen van de  rijkdom van de interculturaliteit die het gezicht is van de mensheid, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God.

Laten we ons daarom vandaag de woorden van de apostel Paulus eigen maken: Moge de God van geduld en vertroosting u geven om eensgezind te zijn tegenover de ander volgens het voorbeeld van Jezus Christus, zodat u eer kunt geven aan de God en Vader van onze Heer Jezus Christus met één hart en één stem. (vgl. Rom 15,5)

(Originele versie: Italiaans)Hieronder vind je de video van de hele dankviering in de Gesú-kerk in Rome

 

 

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel