Ignatius van Loyola: Geestelijk dagboek

Een vertaling van Mark Rotsaert sj

Lees verder
Ignatius van Loyola: Geestelijk dagboek

Een vertaling van Mark Rotsaert sj

Tussen de jezuïeten en de norbertijnen van Averbode groeide de voorbije jaren een mooie samenwerking doordat de uitgeverij van de Vlaams-Brabantse abdij meerdere boeken uitgaf over Ignatius van Loyola (1491-1556) en diens spiritualiteit. Mark Rotsaert, gewezen provinciale overste van de Vlaamse jezuïeten, bracht vorig jaar een (bekroond) boek uit over de geestelijke onderscheiding bij de eerste jezuïeten. Thans brengt hij in vertaling het geestelijk dagboek van Ignatius. Dat is een vreemd werk, oorspronkelijk helemaal niet bedoeld om te worden gepubliceerd. Het komt de lezer ook vreemd over. Het tweede deel lijkt wel een catalogus van mystieke ervaringen die de heilige heeft gehad.

Het teruggevonden dagboek behelst slechts een beperkte periode in Ignatius’ leven: van februari 1544 tot februari 1545. De prille jezuïetenorde is dan reeds door de paus erkend en Ignatius werkt in Rome aan de constituties van de orde. In diezelfde periode nemen Ignatius en zijn staf hun intrek in een huis vlak bij de kleine kerk Madonna della Strada. Daar zal Ignatius verblijven tot zijn dood in 1556. De kamers van dat huis zijn thans geïntegreerd in het gebouw van de Gesú. Het is ook een tijd van conflicten, bijvoorbeeld met twee van zijn eerste compagnons over de vorm van het religieuze leven. De paus dwingt de jezuïeten ook twee vrouwen in hun midden te aanvaarden, een experiment dat slecht afloopt.

Twee termen overheersen steeds: godsvrucht en tranen. Ignatius vermeldt elke dag de intensiteit van zijn godsvrucht en of hij bij de mis tot tranen geroerd was. Die tranen komen overvloedig en de latere heilige beschouwt ze dan ook als een gave van God. Rotsaert wijst op de context van die godsvrucht. Het hele eerste cahier gaat over de dagen wanneer Ignatius bezig is te onderscheiden hoe sterk de jezuïeten de armoede moeten beleven. We lezen dus zelf hoe hij aan onderscheiding doet door zijn gevoelens – hij spreekt van innerlijke bewegingen – minutieus onder woorden te brengen.

Mark Rotsaert: „Het geestelijk dagboek is zelf een voortdurende oefening in onderscheiding. Het is alsof de tekst zelf in beweging is. Regelmatig krijgt de lezer de indruk dat de momenten waarop voor Ignatius iets helder is geworden, gevolgd worden door een wending die hem – en de lezer – perplex laat.”