Ivo Raskin, voorzitter Vlaamse GCL
Ivo Raskin, voorzitter Vlaamse GCL
Industrieel en burgerlijk ingenieur Ivo Raskin liet een veeleisende job staan. Hij vroeg zich af waar hij naartoe wou met zijn leven en ging in 1997 op een door jezuïeten georganiseerde pelgrimstocht in het noorden van Spanje. Ondertussen is hij al veertien jaar lid van de Gemeenschap van Christelijk Leven (GCL) en sinds drie jaar voorzitter van GCL-Vlaanderen.
“Of ik nu in de harde of de zachte sector werk, dat is niet het belangrijkste. In elke sector kun je mensen écht ontmoeten en dat probeer ik te doen, ook in mijn job met een verantwoordelijkheid voor zestig mensen wereldwijd. Vanuit de inspiratie van het Ignatiaanse leiderschap staat respect voor mensen voor mij centraal. Ik appelleer hen om het beste van zichzelf te geven.
Mijn parcours liep ooit anders. Rationeel en analytisch als ik ben en in mijn zoektocht naar excellentie, haalde ik na mijn studies industrieel ingenieur nog het diploma van burgerlijk ingenieur. Daarna stapte ik in een uitdagende job in de adviesverlening met veel buitenlandse projecten en snelle carrièremogelijkheden, maar ook met een zeer hoge werkdruk en lange werkdagen. Ik leek in mijn werk wel een soort paracommando: een grote uitdaging aangaan en die zo snel mogelijk tot een goed einde brengen. Daar zit zeker iets nobels in, maar het probleem is dat alles heel sterk op het eigen ego is gefocust. Je wil constant ‘beter zijn dan de ander’ tot je beseft hoe eng je leven is. Ik heb toen de moeilijke beslissing genomen te veranderen van werk. Nu werk ik voor een klant van mijn vroegere werkgever, op een vaste locatie, met een vast team. Eigenlijk het soort werk waar ik vroeger wat op neerkeek. Maar ik kan nu op lange termijn een visie uitbouwen en investeren in mensen. Gedaan met de ‘marathon van de sprints’ zoals in mijn vorige job.
Mijn geloof heeft in die wending een rol gespeeld. Van thuis uit groeide ik volgens een klassiek geloofspatroon op, met aandacht voor bepaalde waarden in het leven, maar zonder een echte geloofsbeleving. Geloven bracht geen vrede in mijn hart, het was veeleer wat abstract. Toch stelde ik me vragen over waar ik naartoe wou in mijn leven en zocht ik naar ontmoeting met mensen die me ook op het diepere niveau – en niet enkel in het werk – zouden bevestigen. Vanuit die zoektocht schreef ik me in 1997 in voor de Loyolatocht, een pelgrimstocht in het noorden van Spanje georganiseerd door de jezuïeten. Een staptocht gecombineerd met een beetje bezinning: dat mocht het wel zijn, maar liefst niet meer dan dat. De eerste dagen op de tocht schermde ik me veilig af van alles wat op me afkwam. En toch gebeurde het. De combinatie van de totaal andere fysieke context met een ontmoeting met leeftijdsgenoten haalde die bolster van me weg en heeft in mij iets veranderd wat tot op vandaag mijn leven bepaalt. Het inzicht dat God zichtbaar wordt in concrete dingen was totaal nieuw voor mij. Op die tocht heb ik zeer mooie momenten van vreugde en genade gekend en van daaruit groeide een verlangen naar meer en naar diepere ontmoeting. Nadien ben ik, samen met mijn vrouw Stephanie die ik toen heb leren kennen, in een GCL-groep terechtgekomen. De Loyolatochtervaring en de voeding die we bij GCL krijgen, draagt ook onze relatie, zelfs al verschillen we erg van karakter. Ons geloof is altijd weer een manier om te zien waar het om gaat in ons leven.
Ook in mijn huidige job, waar praten over de privésfeer bijna taboe is, kan ik mijn geloof plaatsen en dat schenkt me veel voldoening. Wanneer mensen zeggen: ‘Ivo is iemand die om mensen geeft en zich om hen bekommert’, zegt dat voldoende. Dus ja, wat ik doe in mijn werk is compatibel met mijn geloof. Zelfs op mijn bureau kan ik tijd nemen voor die diepere dimensie. Als het al eens te druk wordt, sluit ik mijn deur en maak ik het stil of luister ik naar een Taizélied. Wanneer na zo’n moment medewerkers bij mij over de vloer komen, is het soms verbazend hoe een oplossing voor een probleem ineens uit de lucht komt gevallen. Door eerst in mijn rust en vrede te gaan staan, kan ik mensen op een andere manier ontvangen.
Het persoonlijke gebed is de basis in mijn leven. Zonder gebed kan ik niet horen waar God met mij naartoe wil. Daarom ben ik gestart met de Geestelijke Oefeningen in het dagelijkse leven. Ik wou mijn gebedsleven verdiepen en keuzes in mijn leven herbekijken. Een jaar lang neem ik elke dag een half uur de tijd om te bidden met de Schrift: op mijn bureau, in de trein of in een kerk hier in Brussel. Tweewekelijks heb ik een gesprek met mijn geestelijk begeleider. Die Geestelijke Oefeningen schenken me een ongelooflijk diepe vreugde. Het is alsof ik weer verliefd ben.
Het is soms bizar hoe je, net in de momenten van tegenslag of diep lijden, verdieping kan ervaren en voelt hoe God juist dan het meest nabij is. Dat was zo toen mijn vader, door een complicatie na een ingreep, stierf en evenzeer toen ons eerste kindje, prematuur en onvolgroeid geboren, maanden tussen leven en dood zweefde. God heeft ons toen op de een of andere manier gesteund. Zonder daar emotioneel over te doen, moet ik toegeven dat dit een vreemd gevoel was. Ik voelde een zekere vrede en ervoer iets diepers dan enkel de realiteit dat het leven faalde. Het ging niet om een mislukken van het leven, maar wel om een grote echtheid in de dynamiek van het lijden.
Intussen ben ik 14 jaar lid van de GCL-groepen, waarvan nu drie jaar voorzitter. In een GCL-groep ontmoeten leeftijdsgenoten – koppels of alleenstaanden – elkaar vanuit hun vreugde en verdriet, hun vallen en opstaan in het dagelijkse leven. Dit alles delen ze in een gesprek met elkaar en voor de Heer. Mijn ervaring vanuit GCL is dat het geloof niet zomaar van bovenaf op je neerkomt, maar dat het moet landen in het leven van alledag.
Ik ondervind dat initiatieven waar gezinnen of jonge mensen het leven delen en elkaar kunnen ontmoeten – zoals een gelovige gezinsvakantie of een gezinsgroep – steeds meer in trek zijn. Dat merk ik ook bij de jonge koppels die ik samen met Stephanie vanuit de huwelijksvoorbereiding op de Universitaire Parochie in Leuven begeleid: tien jaar geleden leefden bij hen minder vragen naar zingeving en diepgang dan nu.
Ze reflecteren duidelijk over waar ze naartoe willen in het leven. Al betekent dat niet noodzakelijk dat ze op zoek zijn naar God of een plek willen vinden binnen de kerk, want velen hebben geen enkele band meer met een lokale parochie. Laat ons eerlijk zijn: onze kerk heeft vandaag niets van de blijde uitstraling van de Blijde Boodschap. De toekomst en het nieuwe leven binnen de kerk zal komen van ontmoetingen over parochies heen, van mensen die het geloof herontdekken en herscheppen omdat ze zien dat het in hun leven iets teweegbrengt. Hoe zinvol ook, maar de inrijpoort is niet het sacrament. We hebben nog een lange weg te gaan, maar ik ben hoopvol gestemd.”
De Gemeenschap van Christelijk Leven (GCL) is een wereldbeweging van leken die zich inspireert op de spiritualiteit van Ignatius van Loyola, de stichter van de jezuïetenorde. Ze bestaat dit jaar 450 jaar. Vlaanderen telt twintig GCL-groepen – en volgend academiejaar een GCL-kot – met een overkoepelende structuur. GCL’ers helpen elkaar te groeien in een persoonlijke relatie met God. Mensen die de GCL-werking willen leren kennen, kunnen aansluiten bij een onthaalgroep, zonder daarom al te tekenen voor een langdurig engagement.
Hilde Ingels