Dagboek van Bert Daelemans sj: “Mijn leven heeft iets surrealistisch-gratuit”

Dagboek van Bert Daelemans sj: "Mijn leven heeft iets surrealistisch-gratuit” 1

Wat doen jezuïeten? Waar denken ze over na? Hoe ziet hun leven eruit? In de serie 'Dagboek van een jezuïet' doen ze een boekje open. Bert Daelemans sj woont in Madrid, waar hij professor in de theologie is.

Wat doen jezuïeten? Waar denken ze over na? Hoe ziet hun leven eruit? In de serie ‘Dagboek van een jezuïet’ doen ze een boekje open. Bert Daelemans sj woont in Madrid, waar hij professor in de theologie is.

Zaterdag 20u, Las Casillas, een gehucht niet ver van Jaén. Een veertigtal, voornamelijk oudere mensen komen opdagen voor de Paaswake. Het wordt een viering waar ik van hou: eenvoudig, ingetogen, gewoon, gedragen, wars van pontificaal gedoe. De alcaldesa (burgemeester) doet de vijf lezingen; het zingen is oprecht en uit volle borst maar niet steeds verfijnd. Eenvoudige symbolen: licht, water, vuur, bloemen, prachtige lezingen die ons op het ritme brengen van de heilsgeschiedenis, geschiedschrijving met een kwinkslag. Mensen zijn blij. Een ouder koppel laat mij hun trouwfoto’s zien. Ze geven mij, breed glimlachend, wilde asperges die ze zelf geplukt hebben. Die stoof ik in een beetje olijfolie zodra ik terug op de pastorie in Jamilena ben, terwijl de nachtmis daar net begint. Dit is mijn Paasfeest, in m’n eentje op een lege pastorie: heerlijk.

Mensen zijn blij. Een ouder koppel laat mij hun trouwfoto’s zien.

Woensdag, Madrid. Tussen de Paas-e-mails zit de vraag van een bezorgde moeder uit Alaska om voor haar zoon te bidden.
20u20. Tijdens de pauze (we hebben het in de les over de biecht) laat Valérie mij foto’s zien van de Paasretraite die ze gaf aan de hand van de bronzen kruisweg van Klenk waar ik enkele boeken aan gewijd heb. Haar mond loopt over van de ingetogen stilte, de heel eenvoudige maar diepgaande reacties van jonge en nog jongere mensen, de creativiteit die zij bij hen losweekte aan de hand van die kruisweg. Hoe die oeroude Passie blijft boeien en herkenbaar blijft. Een studente vertelde me dat zij dit nu al twee keer heeft gebeden, bij twee belangrijke momenten in haar leven, en hoe verrast zij was dat het telkens zo anders was. Heel ignatiaans, zei ze.

Donderdag, 17u30. Moe luister ik naar een van mijn retraitanten, die een moeilijke Goede Week achter de rug heeft. Ik moedig haar aan zo goed als ik kan, maar ik weet niet goed wat te zeggen. Ik probeer mijn aandacht bij haar te houden. Niet makkelijk.

Voor mij één van de meest beklijvende films aller tijden.

Zondag, 14u. Een rustige, gemoedelijke maaltijd in de communauteit. Er wordt over voetbal en politiek gesproken. Mijn aandeel beperkt zich tot mijn meest minzame glimlach.
– 19u30. Na de Eucharistieviering nodigt een Schotse parochiaan mij uit op koffie. Zij stopt me een groot rond pak toe: een pompoenkoek, voor de communauteit. Die is, zoals steeds, in minder dan een mum van tijd op.

Dinsdag, 6u45. Het is nog donker wanneer ik de garage uitrijd. De radio ontroert mij met de eindmuziek van Fellini’s overheerlijke Otto e mezzo, voor mij één van de meest beklijvende films aller tijden. Mijn leven heeft iets surrealistisch-gratuit, net als die film.
– 9u. In de les bespreken wij teksten van Bernardus, Willem van St Thierry en Ruusbroec over de H. Geest als kus en omarming.
– 18u. Jesús, dichter en student van de avondcursus, en ik bereiden een recital voor ter gelegenheid van veertig jaar TUP (Universitaire Theologie voor Postgraduates). Sinds 2012 heb ik de Goldbergvariaties niet meer voor publiek gebracht. Omdat de piano bezet is, trakteert hij me op koffie en zijn bewogen levensverhaal.

Nooit tevoren heb ik mij zo vaderlijk gevoeld als die dag.

Vrijdag, 10u. Ik neem het vliegtuig naar België, om er het vormsel van mijn petekind bij te wonen. Op de luchthaven is het ellenlang en traag aanschuiven. Een dame, kin vooruit, eigent zich het recht toe voor te kruipen. Zo toont zij haar ware damegehalte.
– In het vliegtuig zit er al een jongedame op mijn (betaalde) plaats aan het venster. Omdat zij zo heerlijk met haar buur aan het babbelen is kruip ik op de haar toegewezen plek, ook al kan een bedanking er niet af. Het babbelen wordt al vlug, vooraleer wij de wolken bereiken, knabbelen en sabbelen en dan blijkt één stoel toch meer dan voldoende te zijn… Tijdens de vlucht denk ik aan de mooie vormselviering van vorig jaar. Ik had een achttal jonge Eskimo’s voorbereid, en nooit tevoren heb ik mij zo vaderlijk gevoeld als die dag.

Lees ook het dagboek van Jan Stuyt sj

En dat van Dries van den Akker sj.

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel