Ontdekkingen in het dwergsterrenstelsel 

ma 23 mei 2022 Jezuïeten / Wetenschap /
Evangeliseren in het dwergsterrenstelsel 

Jezuïet Richard Boyle ontdekte in december met de VATT transneptunisch object 2021 XD7. © Vatican Observatory

Twee jezuïeten van de Vaticaanse sterrenwacht waren betrokken bij recente astronomische ontdekkingen.

Twee jezuïeten van de Vaticaanse sterrenwacht waren betrokken bij recente astronomische ontdekkingen.

Dat het Vaticaan er een eigen sterrenwacht op na houdt, heeft er onder andere mee te maken dat de Kerk wil tonen dat het wetenschap belangrijk vindt. Het team van voornamelijk jezuïeten doet dat door gedegen onderzoek te verrichten. Zo droegen twee van hen onlangs bij aan belangrijke astronomische ontdekkingen. 

Begin december 2021 namen pater Richard Boyle en zijn medewerkers met de Vatican Advanced Technology Telescope (VATT) op Mount Graham, in de Amerikaanse staat Arizona, een nieuw zogeheten transneptunisch object waar, dat TNO 2021 XD7 werd gedoopt – bij wijze van spreken dan toch. Transneptunische objecten zijn planetoïden – dat zijn stukken materie die net als planeten in een baan rond de zon draaien – of dwergplaneten die zich ten opzichte van de zon voorbij de baan van de planeet Neptunus bevinden. 

286 aardse jaren

De Litouwse astronoom en astrofysicus Kazimieras Cernis analyseerde de waarnemingen van pater Boyle en Peter Veres van het Minor Planet Center van de International Astronomical Union, zelf een oud-student van de zomerschool van het Vaticaans observatorium, berekende de baan die TNO 2021 XD7 aflegt rond de zon. Die blijkt opmerkelijk elliptisch. Het object komt ook nooit dichter bij de zon dan op 5.149.900.800 kilometer en heeft ruim 286 aardse jaren nodig om zijn baan rond de zon af te leggen. 

Sinds Pluto in 2006 werd gedegradeerd tot ‘dwergplaneet’ geldt Neptunus als de achtste en de verst van de zon verwijderde planeet in ons zonnestelsel. De ontdekking van TNO 2021 XD7 zou wetenschappers echter kunnen helpen om de locatie van een mogelijke negende planeet in ons zonnestelsel te bepalen. 

Pater Richard D’Souza maakte dan weer deel uit van een groep astronomen die onder leiding van Khyati Malhan van het Max Planck Institute for Astronomy een atlas maakte van fusies van dwergmelkwegstelsels met ons melkwegstelsel, de Melkweg. 

De halo van de Melkweg

Wanneer een dwergmelkwegstelsel immers dicht genoeg bij de Melkweg komt, werkt de zwaartekracht van ons melkwegstelsel verschillend in op de delen van het dwergstelsel die zich dichterbij dan wel verderaf bevinden. Sommige onderdelen van het dwergmelkwegstelsel worden door de Melkweg naar binnen getrokken in een lange stroom van sterren en gas. Die zogenoemde sterrenstroom blijft nog miljarden jaren rond de halo van de Melkweg draaien. 

Daarnaast bevatten die dwergmelkwegstelsels ook bolvormige sterrenhopen. Dat zijn compacte clusters van meestal oudere sterren, die door onderlinge zwaartekracht sterk met elkaar zijn verbonden. Ook die clusters komen waarschijnlijk terecht in de halo van de Melkweg, evenals de nog kleinere melkwegstelsels die als satellieten rond het dwergstelsel zweven. 

Overblijfselen van 6 dwergsterrenstelsels

Met behulp van de Global Astrometric Interferometer for Astrophysics (GAIA), een ruimtetelescoop van de ESA, slaagde het team waarvan pater D’Souza deel uitmaakte erin berekeningen te maken voor 170 bolvormige sterrenhopen, 41 sterrenstromen en 46 satellietsterrenstelsels. Daarvan konden er 62 worden geïdentificeerd als overblijfselen van zes dwergsterrenstelsels. Vijf daarvan waren al bekend: Sagittarius, Cetus, Gaia-Sausage/Enceladus, LMS-1/Wukong en Arjuna/Sequoia/I’itoi. Daarnaast ontdekten de vorsers ook nog bewijs voor een zesde dwergsterrenstelsel, Pontus, dat met de Melkweg fuseerde en vonden ze aanwijzingen voor nog een mogelijke zevende kandidaat.

Bron: Kerk&Leven

Infomomenten Geestelijke Oefeningen 2020-2021 3

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel