Jos Moons sj reflecteert over “geestelijke” erfenis Lumen Gentium

do 21 mei 2015 Varia /
Jos Moons sj reflecteert over “geestelijke” erfenis Lumen Gentium

“Vrede en vriendelijkheid heersen waar Geest waait”

“Vrede en vriendelijkheid heersen waar Geest waait”

Uittreksels uit het interview van Tertio met Jos Moons sj over zijn promotieonderzoek naar de plaats van de Geest in Lumen Gentium.

U beschrijft in een eerste deel van uw onderzoek hoe tussen 1900 en 1960 “het geloof in de kerk is gegroeid”. Waarop slaat die enigmatische beschrijving?

“Deze bemerking is gebaseerd op een ecclesiologische vaststelling. Tot 1900 beschouwen theologen de kerk primair als een societas of vereniging. Zo’n model waarbij uiterlijke aspecten en een hiërarchische ordening centraal staan en aldus de geestelijke finaliteit overschaduwen, overweegt nog in Leo XIII’s encycliek Satis Cognitum (1896). Daarna doet de gedachte opgeld dat onze kerkgemeenschap eigenlijk het ‘mystieke lichaam van Christus’ vormt. Pius XII bevestigt dit ‘meer gelovige’kerkmodel met Mystici Corporis Christi (MCC) in 1943. Uit deze encycliek spreekt een oprechte poging de verbondenheid van onze complete geloofsgemeenschap met het goddelijke geheim ernstig te nemen. Een ware doorbraak, al is de eenzijdige klerikale reflex daarmee niet definitief overwonnen. MCC maakt nog altijd een onderscheid tussen meer en minder belangrijke leden. Zoiets suggereert toch opnieuw een ‘minder gelovige visie op de kerk’.”

Trekt Lumen Gentium de postieve lijn door?

“Zeker. Uiteenlopende reflecties over de Heilige Geest spelen op dat punt overigens een doorslaggevende invloed. Zijn gaven komen volgens de nieuwe theologische inzichten alle gelovigen toe, wat in zekere zin een heel democratiserende gedachte is. Kerkelijk lidmaatschap blijkt niet langer louter een kwestie van gedoopt zijn of het credo uitspreken. …

“Overigens komt deze ommekeer niet uit de lucht vallen. Hij is in de aanloop naar Vaticanum II voorbereid door onder anderen Yves Congar en Karl Rahner. Beide toptheologen hebben voorzichtig maar consequent de aandacht gevestigd op ‘charisma’s’. Dat concept heeft het hiërarchische alleenrecht op de Geest doorbroken.”

Lumen Gentium bevat tal van directe verwijzingen naar deze innovaties binnen de pneumatologie. Hoe luidt de tussentijdse conclusie van uw tekstanalyse?

“Referenties aan de Heilige Geest verrijken Lumen Gentium wel, maar bepalen de gedachtegang niet ten gronde. Vaak blijkt pneumatologische toetsen aan de bestaande tekst toegevoegd, bij wijze van nuance die de reflectie verrijkt. …. Daarnaast hebben concilievaders de Geest soms over het hoofd gezien. …”

“Deze kritiek valt niet overal in goede aarde. Sommigen wensen geen onvertogen woord te horen over Vaticanum II. Dat concilie is evenwel ook maar een proces geweest, waarbij de gedachten gaandeweg zijn gerijpt. Teksten dragen duidelijk de sporen van deze geleidelijke evolutie. …

Over voortzetting gesproken, hoe evalueert u de receptie van Lumen Gentium tijdens de jongste vijf decennia?

“Dat conciliedocument bevat een terechte oproep om charisma’s en de sensus fidei meer centraal te plaatsten. Het is evenwel altijd uitkijken naar hoe dergelijke woorden uitpakken. Zo zijn wenken over de leek met wisselend succes opgevolgd door priesters en bisschoppen. Sommigen onder hen nemen deze inzichten serieus en laten daarom voldoende inspraak toe.Anderen blijven de mening toegedaan dat geestesgaven vooral aan hen zijn geschonken, waardoor ze liever zelf alle touwtjes in handen houden. …

Waarom juicht u dat document van de ITC (zie ook Tertio nr. 795 van 6/5) toe?

“Jezuïeten geloven resoluut dat God met elke mens persoonlijk omgaat. Daarbij past een houding van eerbied voor wat Hij iedere mens zegt, zowel bij geestelijke begeleiders, pastores als de kerkleiding. Ook sluit die gevoeligheid voor het volk Gods nauw bij de leiderschapsstijl van paus Franciscus aan. Hij heeft het niet begrepen op klerikalisme en uitgesproken hiërarchische structuren.”

Joris Delporte

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel