Liefde, haat en verzoening in Syrië

di 09 apr 2019 Gerechtigheid / Jezuïeten / Kerk / Wereldwijd /
Frans van der Lugt 20

Toen Susan Dabbous 5 jaar geleden hoorde van de dood van pater Frans van der Lugt sj, kwam ze in de verleiding om te haten.

Toen Susan Dabbous 5 jaar geleden hoorde van de dood van pater Frans van der Lugt sj, kwam ze in de verleiding om te haten.

Ik kon me zijn moordenaars voorstellen – hun gezichten, hun eigenschappen, de kleur van hun kleren, de herhaalde rituele woorden die uit hun mond kwamen op het moment dat ze bij hem aanklopten in Al Bustan en hem vervolgens doodschoten. Ik stelde me voor dat ik de stoffige tapijten kon ruiken waarop ze sliepen net voordat ze een onschuldige man neerschoten. Waarom zou een islamistische rebellengroep in Homs een priester doden, een jezuïet, een Nederlandse man die vijftig jaar geleden besloot om naar Syrië te verhuizen en er de rest van zijn leven bleef? Hij arriveerde toen hij eind twintig was en werd verliefd op Syrië, hetzelfde prachtige land waar ik 37 jaar geleden werd geboren. Ik heb het grootste deel van mijn leven in Rome gewoond, ben opgegroeid in een gemengd gezin met een Italiaanse moeder en een Syrische vader. Dat soort mix van culturen waar pater Frans veel waardering voor had.

Toen ik Syrië voor het eerst bezocht, was ik 25

Ik begreep volledig waarom een ​​man met een diepe spiritualiteit besloot om op zo’n plek te blijven. Syrië was niet alleen een prachtige archeologische vindplaats met rijke en goed bewaarde oudheden. Het was ook een magische plek waar je verschillende minderheden kon vinden die samenleefden. Armeniërs, christenen, Druzen, zelfs een kleine gemeenschap die Aramees spreekt, allemaal gelukkig levend in een overwegend islamitisch land.

De kerk waarin ik werd ontvoerd tijdens een interview met pater François Murad

Paus Johannes Paulus II bezocht Syrië in 2001. Zijn foto’s zijn nog steeds te vinden in veel kerken, waaronder de kerk waarin ik werd ontvoerd tijdens een interview met pater François Murad, een franciscaanse priester. Het was 3 april 2013 en we waren in Gassanyeh, 50 kilometer ten noorden van Homs. Ik was daar met drie andere Italiaanse journalisten. De kerk in het klooster was gewijd aan Sint-Simeon de Pilaarheilige en bevond zich op de top van een loofrijke heuvel in de groenste regio van Syrië. Die dag was de wind kil en de lucht zwaar. Een briesje blies over de ontheiligde beelden: een onthoofde maagd Maria, een kapotgemaakt altaar en een kruisbeeld dat naar beneden gehaald was. In de sacristie was een hond afgeslacht.
Ik werd samen met mijn collega’s gegijzeld door een islamistische groep, Jabhat al Nusra, dezelfde die de kerk verwoestte en, helaas, pater François vermoordde in juni 2013. Daarna, in april 2014, pater Frans. Waarom?

Was ik boos of bang?

Dezelfde vraag bleef maanden in mijn hoofd hangen nadat ik had gehoord van zijn gewelddadige dood. Waarom hebben ze priesters gedood; ongewapende, wijze mannen? Toen ik hoorde over de dood van pater François, begreep ik niet of ik meer boos of meer bang was. Ik realiseerde me hoe dicht ik zelf bij het eind van mijn leven had gestaan toen ik met de dood werd bedreigd door mijn ontvoerder, dezelfde man die opdracht gaf voor de moord op pater François. Deze man deed zich voor als een oprechte, religieuze man; een vrome moslim. Maar er is geen geschreven instructie in de Koran om priesters te doden, integendeel.

Hij werd door velen gevraagd te vertrekken, maar bleef.

Pater Frans fietste door het puin en zocht naar mensen in nood. Hij was zich bewust van wat er met pater François was gebeurd, maar besloot tijdens de burgeroorlog in een belegerd deel van de Syrische stad Homs te blijven. Terwijl de bommen vielen, stierven mensen om hem heen van de honger. Hij bleef omdat hij om zijn gemeenschap gaf. Hij lanceerde een oproep aan de internationale gemeenschap om hulp te bieden aan de Syriërs. Hij stuurde videoboodschappen vanuit zijn lege keuken na maandenlang voedsel te hebben verstrekt aan de families van Homs. Hij werd door velen gevraagd te vertrekken, maar bleef.


Pater Frans stond bekend om zijn trektochten

Hij was ervan overtuigd dat het delen van een gevoel van vermoeidheid en honger en pijnlijke spieren ervoor zorgde dat mensen zich verenigd, gelijkaardig en verbonden voelden. Het maakte niet uit of ze andere leeftijd, geslacht, religie hadden of dat ze fit, gehandicapt of bejaard waren. Dagenlang reisde hij met jonge mensen over ruw terrein en legden ze aanzienlijke afstanden af. Grenzen werden afgetast, zowel fysiek als mentaal. Ze dansten, zongen, praatten en reflecteerden. Duizenden jonge mensen – moslims en christenen – namen deel aan deze wandelingen. Het was om al deze redenen dat toen pater Frans werd gedood, ik in de verleiding kwam om te haten. Maar toen bedacht ik hoe hij de Syriërs vijftig jaar had gediend, dus wat kunnen de Syriërs nu voor hem doen?

Wat kan ik als Syriër voor hem doen?

Allereerst, te stoppen met het haten van anderen. Dit is de belangrijkste boodschap die hij tot zijn laatste ademtocht heeft verkondigd. Dit is geen eenvoudige boodschap in een land in oorlog. Het conflict in Syrië begon in 2011 met protesten door een deel van de samenleving tegen een dictatuur die al meer dan veertig jaar aan de macht is. De oorlog komt nu, in 2019, ten einde en hetzelfde regime is nog steeds aan de macht. Ondertussen zijn meer dan 500.000 mensen gestorven, samen met pater Frans.

Om de herinnering aan hem levend te houden, hebben Syrische jongeren onlangs in Duitsland en Nederland verschillende tochten georganiseerd met een nieuwe naam: Frans’ Hike. Wat mij betreft, in 2018 ik schreef een roman – La ragazza di Homs. Het is het verhaal van een jonge vrouw die is opgegroeid in de oude stad van Homs, waar ze Engels heeft geleerd in een school die wordt geleid door een Nederlandse jezuïet. Hij was een man van vrede die ze nooit zal vergeten, zelfs niet tijdens de donkerste momenten van een persoonlijke en nationale tragedie.

Susan Dabbous is Communications Assistant van JESC.

[In dit dossier lees je alles over Frans van der Lugt]

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel