Op pad door de vier jezuïetenprovincies van Noord-West Europa

di 13 mei 2014 Varia /
Op pad door de vier jezuïetenprovincies van Noord-West Europa

Een interview met Kevin O'Rourke sj, een Nederlandssprekende Ierse jezuïet

Een interview met Kevin O’Rourke sj, een Nederlandssprekende Ierse jezuïet

Tijdens een bijeenkomst in Nairobi van afgevaardigden uit alle jezuïetenprovincies werd aan de algemeen overste van de Sociëteit van Jezus, pater Adolfo Nicolás, gevraagd: “Hoe kunnen we het best de universele zending van de Sociëteit van Jezus bevorderen?” Zijn antwoord kwam snel en was praktisch; waarschijnlijk had hij hier al langer over nagedacht. Dit zijn de vijf richtlijnen die zijn antwoord samenvatten:

 

  1. Breek muren tussen provincies af
  2. Maak kennis met mensen en werken van andere provincies
  3. Werk samen aan projecten
  4. Deel middelen
  5. Deel mankracht, bijvoorbeeld wanneer iemand het in een andere provincie beter zal doen.

 

Afgevaardigde voor interprovinciale samenwerking

Ze werden ook de richtlijnen van Kevin O'Rourke die in 2010 Tom Layden sj opvolgde als afgevaardigde voor interprovinciale samenwerking en planning voor de Vlaamse, Britse, Ierse en Nederlandse jezuïetenprovincies. Tijdens zijn studie theologie in Innsbruck had hij vloeiend Duits geleerd; een handige opstap voor het leren van Nederlands. Als rector van Milltown Park (Dublin) en gedelegeerde voor de opleiding van jezuïeten, had hij veel jezuïeten uit andere provincies ontmoet. Zijn stijl van werken is geduldig en methodisch; hij is redelijk gezond en energiek. Tijdens de eerste drie jaar in deze nieuwe baan kon hij slechts de helft van zijn tijd hieraan besteden, omdat hij zich nog bezighield met de opleiding van jonge jezuïeten en gedurende twee van de drie jaar ook nog pater Joe Dargan assisteerde in het tertiaat.

Wat Kevin aantrof, was een reeks interprovinciale commissies opgezet door de provinciaals van de vier bovengenoemde provincies in Noord-West Europa. Deze commissies zijn Kevin’s belangrijkste aandachtspunt. Samengesteld uit jezuïeten en leken uit de vier provincies, zijn er bijvoorbeeld: Partners in Mission (samenwerking tussen jezuïeten en leken), missies en vrijwilligers, het apostolaat voor jongvolwassenen, jezuïeten die hun derde noviciaatsjaar (tertiaat) nog moeten doen, parochies en pastorale centra, communicatie en ecologie. Er is geen commissie voor spiritualiteitscentra, maar er zijn vergaderingen van deze centra om de twee jaar.

Vergaderen

De commissies komen normaal driemaal per jaar samen; soms meer, soms minder. Ze proberen de richtlijnen van pater generaal te volgen. Kevin ontmoet de provinciaals drie of vier keer per jaar – meestal “meeliftend” op een bijeenkomst waar ze elkaar toch al ontmoeten, zoals die van de “assistentie” of van alle Europese provinciaals.

Tot 2010 werd elke commissievergadering voorgezeten door een van de provinciaals. Kevin, zich bewust van de last die dit inhield voor deze zeer drukbezette mannen, treedt nu op als voorzitter en secretaris van bijna alle commissies. “Ik bereid de vergaderingen zorgvuldig voor en bewaak de procedures; het is behoorlijk veel werk. Ik gebruik een soort steno, probeer tussen de regels te lezen, leg vast hoe de sfeer tijdens de vergadering was en hoe de ideeën zich hebben ontwikkeld. Ik wil niet dat ze moe of helemaal gaar naar huis gaan. Of met het gevoel dat het tijdsverspilling was. Ik ben iemand die zichzelf motiveert. Mijn werk houdt in dat ik ongeveer elke twee weken naar een bijeenkomst reis.”

Alle wegen leiden naar Londen

“Na verschillende locaties en werkmethoden uitgeprobeerd te hebben, vinden we dat Londen de meest bevredigende plek is om elkaar te ontmoeten en maken we regelmatig gebruik van de grote gastvrijheid van de communiteit van Farm Street. We hebben een aantal alternatieven voor reizen uitgeprobeerd, zoals Skype. Dit werkt redelijk goed, maar het is belangrijk om de sfeer tijdens een discussie te kunnen proeven. De eerste veertig minuten of zo van de commissievergaderingen zijn nogal ​terugblikkend van aard, een soort revision de vie, wat bij elektronische communicatie niet goed uit de verf komt. Wij noemen deze eerste etappe van de vergadering Verslagen uit de provincies.”

Een Ier die Nederlands leert

“De taal is een echte uitdaging in dit werk. De leden van de Vlaamse en Nederlandse provincies spreken zeer goed Engels. Zij waarderen mijn inspanningen om hun taal te spreken. Na twee jaar zou ik het Nederlands graag vloeiend genoeg kunnen spreken om overal in de vier provincies ingezet te kunnen worden. De relatie tussen onze vier provincies wordt door pater generaal goed beschreven in hoofdstuk vier van een document uit september 2011 – De vernieuwing van de provinciestructuren in de dienst van de universele zending. Dit document biedt zeer nuttig en praktisch advies over hoe het leven van de jezuïeten en hun zending kan worden gerevitaliseerd nu we naar een gemeenschappelijke toekomst gaan. Onze manier van leven maakt het gemakkelijk om ons te verplaatsen van het ene huis of de ene provincie naar de andere. De jongere jezuïeten uit de vier provincies, die hun noviciaat samen deden, voelen sterk aan dat de Sociëteit van Jezus wereldwijd is. Ze hebben ook een natuurlijk gevoel voor onderscheiding. Ze spreken open en eerlijk met elkaar en zijn goed op weg om samen te werken in de toekomst.”

“Ik heb genoten van de entrée die deze baan mij geeft naar andere provincies. Ik ken jezuïeten van de Britse provincie. In 2013 nodigden ze me uit om te spreken op hun provinciedag. Ik ben nu begonnen vergaderingen bij te wonen die worden gehouden in het Nederlands en ik kan op een beperkte manier meedoen. Hoewel Engels ook toegestaan is. In juli ik zal in Antwerpen een taalcursus gaan volgen.”

Reflectie én actie

“De commissies proberen te werken op het niveau van reflectie, maar proberen ook iets gedaan te krijgen. Dit kost tijd. Gedurende de elf jaar als gedelegeerde voor opleiding en een periode van twaalf jaar als missieprocurator, heb ik een solide groei en ontwikkeling kunnen waarnemen als gevolg van regelmatige bijeenkomsten op Europees niveau. Deze varieerden van ‘elkaar leren kennen en zien wat we doen’ tot samenwerking in gezamenlijke programma's en projecten.”

“De commissie communicatie werkt momenteel samen met het Apostolaat van het Gebed om te zien hoe zij deze kan helpen en hoe gebruik gemaakt kan worden van de sociale media in het verspreiden van de gebedsintenties van de paus. Deze commissie heeft eerder samengewerkt met de Young Adult Commission met betrekking tot iets vergelijkbaars en ze proberen bij te blijven wat betreft de laatste ontwikkelingen op het gebied van good practices en creativiteit in het gebruik van de sociale media. Gewijde Ruimte (een Iers initiatief), Pray As You Go (Verenigd Koninkrijk) en het werk van Nikolaas Sintobin en anderen in Vlaanderen en Nederland zijn grensverleggend en van grote kwaliteit. Nikolaas wordt op de voet gevolgd door zowel katholieke bisdommen als protestantse kerken die met ons willen samenwerken in de sociale media. Terwijl zij beschikken over goede financiële en technologische middelen, waarderen zij onze ‘spirituele pedagogie’.”

Gezamelijke initiatieven

De Missions and Volunteers Commission, die de missieprocuren vertegenwoordigt, maakt nu deel uit van het Xaveriusnetwerk van alle Europese missieprocuren. Hun gemeenschappelijk antwoord op de recente natuurramp in de Filippijnen is een voorbeeld van gezamenlijk actie van begin tot eind. Het verzamelen van middelen tot en met het zorgen dat deze naar de juiste mensen gingen en gebruikt werden op de meest efficiënte wijze, liep via de jezuïeten van de Filippijnse provincie.

“In 2012 hield de Partners in Mission Commission een colloquium in het retraitehuis ‘Emmaüs’ over de ervaringen met betrekking tot samenwerking tussen jezuïeten en leken. Alle partijen deelden de rijkdom van hun ervaringen. De feedback van de deelnemers gaf voldoende stof voor de agenda voor de komende twee jaar. Wederzijdse verwachtingen dienen duidelijk te zijn en passende vorming voor deze samenwerking – ook voor jezuïeten – is noodzakelijk voor mensen op de verschillende niveaus van verantwoordelijkheid. Op dit moment werken we aan een documentover onze modus procedendi (manier van doen) en een strategisch plan. We hebben veel ervaringsverhalen uitgewisseld met betrokkenen uit de rest van Europa, Australië en de Verenigde Staten. We hebben pater Tony Da Silva, de secretaris van pater generaal voor samenwerking met niet-jezuïeten, uitgenodigd om de volgende vergadering in mei bij te wonen. Ik doe mee met een pelgrimstocht naar Loyola en Javier tijdens de Goede Week 2014 met 23 van onze Ierse lekenpartners. Ik hoop dat vertegenwoordigers van andere provincies in de toekomst ook aan dergelijke bedevaarten zullen meedoen.”

Magis 2014

Deze zomer zullen de Jezuïeten in vorming in Ierland een programma van elf dagen organiseren voor jongvolwassenen: Magis 2014. Ze hopen op meer dan 100 deelnemers uit de vier provincies van Noord-West Europa en daarbuiten. Na een driedaagse bijeenkomst in Gonzaga College, kunnen de deelnemers ervaringen opdoen in Limerick, Galway, Portadown, Warrenpoint, Dublin en Kilmacanogue (m.b.t. ecologie), maar ook op pelgrimstocht gaan van Knock naar Croagh Patrick of langs de Wicklow Way naar Glendalough. Op de laatste dag zullen in Gonzaga de vruchten van het hele evenement samengebracht worden. Elke dag van Magis rust op vijf pijlers: gebed, dienst (actie), uitwisselingen, vieringen en terugblik. Details zijn te vinden op www.magis14.org en op een Facebook-pagina / magis 2014.

Er is een grote variëteit in het apostolaat aan jongvolwassenen in de vier provincies. Deze variëren van grote studentenhuizen in Leuven tot Gemeenschappen van Vrijwilligers (JVC) in Groot-Brittannië, studentenpastores in Ierland en de universitaire studentenpastoraten die worden gerund door jezuïeten in Manchester en Oxford. Speciale meditatieve missen worden elke maand gevierd in Amsterdam en Londen (Farm Street). Dit zijn maar een paar voorbeelden. De Young Adult Commission heeft een online enquête uitgevoerd onder mensen die werken met jongvolwassenen in de vier provincies om te zien wat het aanbod is, waar de jongeren graag aan deelnemen en welke initiatieven ignatiaans zijn. Een laatste vraag ging over welke onderdelen als “must have” moeten worden beschouwd in het apostolaat met jongvolwassenen door jezuïeten en hun ignatiaanse medewerkers. Bovenaan de lijst stonden: teruglik, actie/reflectie en onderscheidingsvermogen. Vervolgens kwamen: een gevoel van gemeenschap en geestelijke beleiding/gesprek. Op de voet gevolgd door: de aanwezigheid van een jezuïet of lid van de ignatiaanse familie, retraites, geloof ontwikkeling, gebed/meditatie, geloof en rechtvaardigheid, het Magis-programma en … plezier. De volgende stap is om, op basis van deze resultaten, toe te werken naar een algemeen gedeelde “manier van doen” in het apostolaat aan jongvolwassenen.

De nieuwste commissie houdt zich bezig met ecologische vraagstukken. De vier leden behoren tot de jongere garde van onze medebroeders en de vier provincies zijn door een lid vertegenwoordigd. Op 9 mei 2014 organiseren zij een conferentie van een dag in Heythrop College (Londen) met een indrukwekkende lijst van sprekers.

Parochies

De “Commissie parochies en pastorale centra” komt in principe één keer per jaar bijeen om na te denken over het pastorale leven in de provincies. Ook hier is er grote verscheidenheid van aanbod. Elke locatie is uniek en er is geen gebrek aan creativiteit in aanvulling op de standaard activiteiten die je in een doorsnee parochie kunt verwachten. De volgende vergadering is gepland na Pasen 2014in de parochie van Farm Street.

140 jezuïeten op experiment

Bijna 140 leden van de provincies die jonger zijn dan 65 zijn uitgenodigd voor een interessante gebeurtenis in de zomer van 2015. Er zijn al plannen gemaakt voor een eerste bijeenkomst, hetzij in Vlaanderen of in Nederland. Vervolgens worden de deelnemers verspreid over de provincies om in een project praktijkervaring op te doen. Een laatste bijeenkomst vindt plaats in Ierland – hier zullen de vruchten van de ervaring worden geoogst.

“Over het algemeen is er een gevoel van realisme. Niet van cynisme of hopeloosheid. Iedereen die ik tegenkom is bereid om het beste van zichzelf te geven, de trein op de rails te houden en nieuwe dingen te proberen. De verscheidenheid van apostolaten is zeer groot. Ik moet denken aan een citaat dat toegeschreven wordt aan Mao Zedong in de tijd van de Culturele Revolutie in China: ‘Laat duizend bloemen bloeien.’ In onze tuin staan misschien ook wel duizend bloemen – wellicht kunnen we ze niet allemaal behouden, maar, zoals een van onze provinciaals zegt: ‘wanneer een diamant is geslepen, schijnt hij een stuk helderder.’”

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel