Paus in gesprek met jezuïeten uit Myanmar en Bangladesh
Paus in gesprek met jezuïeten uit Myanmar en Bangladesh
Antonio Spadaro SJ maakte een transcriptie van de gesprekken en publiceerde die op de website van La Civiltà Cattolica
Voordat paus Franciscus zijn medebroeders uitnodigde enkele vragen te stellen, ging hij kort in op het belang van geworteld leven. Hij citeerde uit het begin van de Geestelijke Oefeningen: ‘Mensen zijn geschapen om te loven’. ‘Iedereen moet zich in zijn gewetensonderzoek de vraag stellen: Waar liggen mijn roots? Heb ik wortels? Zijn mijn wortels sterk of zwak? Vragen die ons goed doen. Ignatius voegde er nog aan toe de wortel van de liefde. Er is geen ware liefde als die niet kan wortel schieten. Maar tot zover mijn preek. Stel mij een paar vragen.’
De actuele situatie in Myanmar overpeinzend, wat verwacht u van ons?
‘Ik geloof dat we geen missie kunnen bedenken zonder het mysterie van de incarnatie. Het mysterie van van incarnatie verlicht onze benadering van de realiteit van de wereld volledig; hoe we mensen en culturen nabij zijn. Christelijke nabijheid is altijd geïncarneerd. Een jezuïet is iemand die altijd dichterbij moet komen, zoals het Woord vlees werd om dichterbij te komen. Kijken zonder angst, maar eerder mystiek is fundamenteel voor onze manier van de realiteit aanschouwen. Het is daarom noodzakelijk tot de Heer te bidden voor de werkelijkheid waarin ik ondergedompeld ben. Wij moeten mannen van gebed zijn, op de kruispunten van de geschiedenis.’
Wat is uw advies aan de jonge jezuïeten van Myanmar die een goede jezuïet willen worden?
‘Leer hen niet te zijn zoals ik! (De paus lacht.) Jezuïeten moeten meesters in onderscheiding zijn, voor zichzelf en voor anderen. Ignatius vroeg ons niet om twee keer per dag het gewetensonderzoek te bidden zodat wij ons van luizen en vlooien kunnen ontdoen. Nee, hij vroeg het opdat wij zouden zien wat gebeurt in ons hart. Hét criterium om iemand toe te laten tot de Sociëteit is: kan de kandidaat onderscheiden? Zal hij leren onderscheiden? Als hij weet hoe hij moet onderscheiden, dan zal hij herkennen wat van God komt en wat van de slechte geest komt. Ook als hij niet veel snapt en zakt voor zijn examens… het is oké, zo lang hij maar kan onderscheiden.’
Ik werk als docent in een sloppenwijk. Een meisje vroeg mij: Hoe kan ik iemand in nood helpen als ik zelf in nood verkeer?
‘Kom dichterbij! Denk na over hoe deze persoon jou kan helpen. Kom dichterbij! Vergezel. Blijf dichtbij. En de heilige Geest – laten wij niet vergeten dat wij de Geest hebben binnenin – zal inspiratie geven voor wat je kunt doen, wat je kunt zeggen. Want spreken doe je als laatste. Allereerst, doen. Wees stil, begeleid, blijf dichtbij. Bereikbaarheid, nabijheid. Dat is het mysterie van het Woord dat vlees werd. Misschien kun je het meisje vertellen: ‘Wees dichterbij!’ Ze heeft nabijheid nodig. En jij hebt ook nabijheid nodig. En laat God de rest doen.’
Heilige Vader, bedankt dat u gesproken hebt met de Rohingya’s. Zij zijn onze broeders en zusters. Onze provinciaal zond twee van onze om hen helpen…
‘Jezus Christus wordt vandaag Rohingya genoemd. Je spreekt over hen als broeders en zusters: dat zijn ze. Ik denk aan Sint Peter Claver, die mij zeer dierbaar is. Hij werkte met de slaven van zijn tijd. Zijn leven was een profetie. Hij hielp zijn broeders en zusters die in schandelijke omstandigheden leefden. Maar deze schande is niet voorbij. Vandaag is er veel discussie over hoe de banken te redden. Maar wie redt vandaag de dag de waardigheid van mannen en vrouwen? Niemand geeft nog langer om mensen in puin. De duivel slaagt erin dat te veroorzaken. Voor dit alles moeten we vragen om één genade: huilen. De wereld verloor de gave van tranen. De schaamteloosheid van onze wereld is zodanig dat de enige oplossing is om te bidden en te vragen om de genade van tranen. Maar vanavond voel ik mij beschaamd om die arme mensen die ik heb ontmoet. Ik schaamde me voor mezelf, voor de hele wereld. Sorry, ik probeer gewoon mijn gevoelens met u te delen.’
Bekijk alle nieuwsberichten