Na de verdachtmakingen aan het adres van Paus Franciscus I, de feiten
Na de verdachtmakingen aan het adres van Paus Franciscus I, de feiten
In 1976 werd pater Franz Jalics sj het slachtoffer van de toenmalige Argentijnse militaire dictatuur. Deze gebeurtenissen leidden tot vragen over de rol gespeeld door de toenmalige provinciale overste van de Argentijnse Jezuïeten, pater Jorge Mario Bergoglio SJ, de huidige Paus Franciscus. Wij bieden een vertaling van de verklaring van pater Franz Jalics sj, zoals die te vinden is op de officiële websites van de Duitstalige Jezuïetenprovincies. Hij geeft er op heel sobere wijze een overzicht van de feiten die gekend zijn.
Sinds 1957 leefde ik in Buenos Aires. In 1974 ben ik samen met een medebroeder gaan wonen in een “Favela”, een sloppenwijk van de stad. Ik voelde me bewogen door de innerlijke wens om het Evangelie te beleven en de aandacht te trekken op de verschrikkelijke armoede. Dit gebeurde met de toelating van Aartsbisschop Aramburu en van de toenmalige provinciale overste, P. Jorge Mario Bergoglio. Vanuit deze sloppenwijk hebben wij onze onderwijsactiviteiten aan de universiteit verder gezet.
Het leek toen op een burgeroorlog. In een tijdsspanne van één tot twee jaren werden ongeveer 30.000 mensen omgebracht door de militaire junta: linksgeoriënteerde guerrillero’s en ook onschuldige burgers. Wij beiden in de sloppenwijken hadden geen contact met de junta en ook niet met de guerrilla. Bij de toenmalige gebrekkige informatie en omwille van bedoelde foute informatie, kon onze situatie echter ook binnenkerkelijk verkeerd begrepen worden. In deze periode hebben wij het contact verloren met een van onze lekenmedewerkers, toen deze persoon zich bij de guerrilla aangesloten had. Negen maanden later werd hij door de soldaten van de junta gevangen genomen en ondervraagd; toen bleek dat hij met ons contact had gehad. Wij werden toen aangehouden, omdat men ervan uitging dat ook wij met de guerrilla verbonden waren. Na vijf dagen verhoor, liet de officier die de ondervraging geleid had, ons gaan met de woorden: “Paters, jullie trof geen schuld. Ik zal ervoor zorgen dat jullie kunnen terugkeren naar de sloppenwijk.” Op voor ons onbegrijpelijke wijze werden wij dan, ondanks deze belofte, gedurende vijf maanden geblinddoekt en geboeid gevangen gehouden. Ik kan geen standpunt innemen wat betreft de rol van P. Bergoglio in deze gebeurtenissen.
Na onze bevrijding heb ik Argentinië verlaten. Slechts jaren later hadden we de gelegenheid om de gebeurtenissen te bespreken met P. Bergoglio, die ondertussen tot aartsbisschop van Buenos Aires benoemd was. Daarna hebben we samen en openbaar eucharistie gevierd en we hebben elkaar op feestelijke wijze omarmd. Ik heb me verzoend met deze gebeurtenissen en van mijn kant uit beschouw ik ze als afgesloten.
Ik wens Paus Franciscus voor zijn ambt de rijke zegen van God.
Pater Franz Jalics SJ
15 maart 2013