Waarom Jos Moons sj ongeneeslijk van de kerk houdt

Waarom Jos Moons sj ongeneselijk van de kerk houdt

Jos gaat graag door de nauwe poort die Matteüs in zijn evangelie schetst. Want die leidt naar ruimte, rust en leven. Een weg die hij vindt in de kerk.

Jos gaat graag door de nauwe poort die Matteüs in zijn evangelie schetst. Want die leidt naar ruimte, rust en leven. Een weg die hij vindt in de kerk.

Ik houd van romaanse kerken. Met hun eenvoudige waardigheid wekken ze mijn ziel. Zeker de kleintjes doen dat. Ze ademen rust, ruimte, eenvoud, diepte.

Dat is ook mijn antwoord op de vraag waarom ik bij de kerk blijf. Om wat ik vind in gebed, vieringen, medegelovigen; om de rust, ruimte, eenvoud en diepte.

Ik geef grif toe dat er ook van alles in de kerk is dat niet eenvoudig en diep is. De kerk komt duidelijk tekort. Sommige dingen zijn echt slecht. Maar vanuit de rust en de diepte groeit de roeping om bij te dragen aan een kerk met een menslievend gelaat.

Ik zwijg en wacht

Eerst iets over die rust en ruimte. Ik begin mijn dag met een kwartier stil gebed. Ik probeer er te zijn, en dat zeg ik ook: ‘God, ik ben er’. Of als dat te veel gevraagd is, ‘God, ik probeer er te zijn’. En dan zwijg ik en wacht ik tot God er ook is. Als er veel speelt, benoem ik dat ook, of ik vraag om zegen over iemand of iets. En dan wacht ik weer.

Eigenlijk ben ik daar niet zo goed in: wachten. Van nature ben ik ongeduldig. Of als je dat positief wil zeggen: vurig. Mijn leven is goed gevuld, zoals het leven van zoveel dertigers en veertigers, zeker als ze kinderen hebben, en ik geef me met huid en haar aan wat zich aandient.

Alles blijkt lucht en leegte en ijdelheid, behalve God.

Binnen dat leven is het stille gebed een oase. Een tegenverhaal, dat de ban breekt van het ‘ik ben druk’ sprookje. Het bevrijdt. ‘Kies voor de nauwe poort en de smalle weg en pas op voor de brede weg, die naar de ondergang voert’, zo schrijft Matteüs. In feite is het subtieler. De nauwe poort leidt tot ruimte en voert naar rust en leven.

Een ander woord dat ik graag gebruik, is diepte. De stilte leidt tot diepte. Mijn broer is ingenieur en die zou beginnen over heipalen tot de tweede of derde zandlaag. De stilte reikt naar die diepe zandlaag. Naar God, die al van in den beginne de dragende grond is van mijn bestaan.

Schijf je in voor onze nieuwsbrief

Het leven wordt dan eenvoudig. De waan van de dag verwaait, oppervlakkige zinsbegoocheling verliest haar glans, vermoeid cynisme verbrokkelt en het strenge oordeel wordt verzacht. Alles blijkt lucht en leegte en ijdelheid, behalve God. Behalve de Geest en haar vruchten van vreugde, vrede, goedheid, geduld, eenvoud, vriendelijkheid, warmte en wijsheid.

Hardhandig uit het sprookje gewekt

De kerk is voor mij de gemeenschap van mensen die in die geest proberen te leven. In dat geloof. Dat is de diepte wortel en ook het diepte doel van ons vieren, onze dienstbaarheid, in ons gebed, onze theologie, onze inzet voor de schepping. Hoe zou ik niet hier bij willen horen?

Maar ik heb ook moeite met de kerk. Mijn verhouding tot de kerk is veranderd. Er valt veel tegen in de kerk en hoe ouder ik word, hoe beter ik het zie. Als kind droom je van perfecte ouders. Ze kunnen alles, ze weten alles en ze zorgen voor alles. Het geeft een geweldig gevoel van veiligheid, en dat is cruciaal voor een goede psychologische ontwikkeling. Maar geleidelijk leer je dat je ouders niet perfect zijn. Ze verschillen van mening, ze kunnen dingen niet, ze weten dingen niet en ze zorgen niet voor alles.

We kunnen onze tijdgenoten die gedesillusioneerd de kerk en het geloof verlaten, nauwelijks verwijten maken.

Zo gaat het ook met de kerk. De misbruikschandalen hebben ons hardhandig uit het kinderlijke sprookje gewekt dat onze kerkelijke leiders perfect zijn. Velen hebben weggekeken, tot en met het allerhoogste gezag. Voor wie gemakkelijk opnieuw wegdoezelt, zijn er legio alternatieve weksignalen, zoals de traagheid van kerkelijke leiders om de tekens van de tijd te verstaan en hun soms al te menselijke neigingen naar angst, eer of macht.

En voor wie dat te ver van het eigen bed is: die menselijke neigingen zijn er ook heel dichtbij. In de typische parochie is er altijd wel ruzie en rivaliteit, bijvoorbeeld. Tussen koor A en koor B, tussen de kosters, binnen de werkgroep bloemen, tussen de pastores. We kunnen onze tijdgenoten die gedesillusioneerd de kerk en het geloof verlaten, nauwelijks verwijten maken.

Een bekering tot diepte

Wat ook kan – en die weg probeer ik te gaan – is dat we ons bekeren.

Van de gezaghebbende kerkvergadering Vaticanum II leerde ik dat de kerk niet zélf het licht is, want dat is Christus; ze weerspiegelt hoogstens het licht.

Bij de invloedrijke Duitse jezuïet Karl Rahner las ik ooit dat te grote aanhankelijkheid aan de kerk idolatrie is: je hechten aan beelden, afgoden. Spiritueel volwassen worden betekent beelden en afgoden te laten varen. Dat is een bekering tot diepte. Tot de smalle weg. Tot de ascese van onthechting van de kerk als ideale moeder en de ascese van het verdragen van elkaars beperktheid. Het is een bekering tot de derde zandlaag, waar God ons fundament is.

Onderscheiding der geesten

Op dat fundament, vanuit die rust en ruimte, voel ik de roeping om bij te dragen aan een menslievende kerk – een kerk die Hem vertegenwoordigt in wie Gods mensenliefde zichtbaar werd (Titus 3). Het is een kerk van het midden. Dat midden situeert zich tussen alles anders en alles hetzelfde. Het is het midden van de onderscheiding der geesten. Van niet weten, maar je laten leiden door de Geest. Niet de geest van vroeger en ook niet de tijdgeest, maar de Geest die spreekt én door vroeger én door het heden. Een kerk van de gotiek en een kerk van het romaanse, en trouwens ook van moderne architectuur. Een kerk van gebed en van engagement. Van woorden en van stilte. Een kerk van dialoog en zoeken naar waarheid. Het is een kerk waar ruimte is om je weg te vinden. Een kerk als instituut en een kerk die we samen zijn.

Waarom Jos Moons sj ongeneeslijk van de kerk houdt

Dit is een voorpublicatie uit de bundel  Daarom blijf ik bij de kerk  (onder redactie van Leo Fijen). Hierin geven 14 auteurs een inzicht in hun motivatie waarom ze bij de kerk blijven. Wellicht iets dat jou helpt een antwoord te formuleren. Achter in het boek kun je die kwijt en kun je jouw verhaal om ja te zeggen tegen de kerk verder vertellen. Te bestellen bij Adveniat.

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel