Jan Berchmans sj

1599 – 1621

Jan Berchmans sj 1

Op 26 november viert de Kerk de heilige Jan Berchmans, een Vlaming.

Op 26 november viert de Kerk de heilige Jan Berchmans, een Vlaming.

Jan Berchmans wordt in 1599 te Diest geboren, als oudste van vijf kinderen die binnen zes jaar geboren worden. Zijn moeder is de dochter van een van de stadsburgemeesters, zijn vader is een gerespecteerd schoenmaker. Na de geboorte van de jongste wordt moeder ziek. Drukte en lawaai zijn niet goed voor haar. Zo klein als Jan is, hij wordt met de kleintjes de straat op gestuurd. Maar na een paar jaar gaat het niet meer en worden de jongste vier uit huis geplaatst. Jan blijft over om voor moeder te zorgen. Hij verschuilt zich in een hoekje van de kamer en bij de geringste kik snelt hij toe om moeder ter wille te zijn. Tenslotte wordt ook hij elders ondergebracht; bij de plaatselijke pastoor. Hij is negen jaar. Deze eerste – verdrietige – jaren zullen beslissend zijn voor zijn leven.

De plaatselijke pastoor ziet een toekomstige priester in hem en geeft hem bijles. Als vader na drie jaar het kost geld niet meer kan betalen neemt de pastoor van het Begijnhof hem als huisknecht bij zich in huis; zo kan hij misschien toch priester worden. Jan is de dienstbaarheid zelf. Hij is stil, attent en behulpzaam op de eerste wenk. Geen wonder, dat had hij thuis al geleerd. Een paar weken later verhuist hij – als huisknecht bij een belangrijke kanunnik – naar Mechelen; nu kan hij op het priesterseminarie studeren.

Maar als drie jaar later de jezuïeten een college in de stad beginnen, wil hij daarheen. Tegen de zin van zijn omgeving. Hij geeft te kennen jezuïet te willen worden. Vader is teleurgesteld, komt zelfs naar Mechelen om hem om te praten, stuurt een neef die priester is en franciscaan. Niets helpt. Jan treedt in.

In zijn hart verlangt hij ernaar grote dingen te doen. Als missionaris naar China te worden gezonden, zoals Franciscus Xaverius. Of te sterven bij het verplegen van zieken, zoals Aloysius. Maar van zijn novicenmeester leert hij: ‘Heiligheid bestaat niet in het verrichten van buitengewone dingen, maar in het buitengewoon verrichten van de gewone dingen.’

Voor zijn studie filosofie mag hij met een mede-student naar Rome. Op hun voettocht er naartoe logeren ze in jezuïetenhuizen. In elk huis maakt vooral Jan indruk door zijn bescheidenheid, zijn hulpvaardigheid, zijn vermogen om naar anderen te luisteren. In Rome behoort hij tot de allerbeste studenten. Op vrije middagen trekt hij de volkswijken in om kinderen over God te vertellen: ‘Die buitenlander kan het beter dan alle anderen,’ zeggen zij. Daar zullen de jaren dat hij met zijn kleinere broertjes en zusjes de straat op moest, hem wel van pas gekomen zijn.

Aan het eind van de studie mag hij – als allerbeste van zijn jaar – het plechtige slotdispuut houden. Dan zit de aula vol weldoeners en geldschieters, en wil de opleiding de kwaliteit tonen die zij te bieden heeft. De toehoorders zijn gecharmeerd van zijn uitstraling. Dames met waaiers fluisteren elkaar toe: ‘Het lijkt wel of daar een engel staat.’

Diezelfde week wordt Jan ziek. Teveel van zich gevergd. Als hij na enkele dagen sterft, op 13 augustus 1621, is hij amper tweeëntwintig. Hij wordt opgebaard in de kerk. De toeloop is enorm. Souvenirjagers proberen een stukje van zijn kleding af te snijden; tenslotte ontbreekt zelfs een grote teen! Iedereen is ervan overtuigd dat hij, zo jong als hij was, een groot heilige is. Pas op 15 januari 1888 wordt hij officieel heilig verklaard.

Zijn heiligheid zit hem dus niet in grote daden. Zijn religieus leven bestond erin precies wat hij als kind – met God weet hoeveel pijn! – geleerd had, in dienst van God te stellen. Gelovig leven, zo zouden we van Jan kunnen leren, betekent niet dat je iets moet doen wat je eigenlijk niet kunt. Maar dat je de dingen die je kunt, doet in dienst van het evangelie: het gewone met liefde.

Hij wordt vereerd als patroonheilige van schoolgaande jeugd en studenten, en van de Vlaamse jeugd in het bijzonder. bieden heeft. De toehoorders zijn gecharmeerd van zijn uitstraling. Dames met waaiers fluisteren elkaar toe: ‘Het lijkt wel of daar een engel staat.’

  • Hieronder een TV-reportage gemaakt door Braambos nav de 125ste verjaardag van de heiligverklaring van Jan Berchmans sj

Bekijk alle portretten

Deel