Onderscheiding van de geesten: gevoelens

 

Lees verder

 

Gevoelens spelen een grote rol in ons leven. Bij alles wat we doen is er een begeleidend gevoel: opgewektheid, verveeldheid, blijheid, angst. Deze begeleidende gevoelens wisselen elkaar soms meerdere keren per dag af. Die kleine ups en downs zijn dan als de golven van een relatief kalme zee. Soms zijn we ook onderhevig aan hevige gevoelens: euforie of wanhoop. Het leven lijkt dan plots een stormachtige zee. We onderscheiden die eerder oppervlakkige gevoelens van onze diepgewortelde gevoelens zoals diepe inwendige vrede en vreugde of omgekeerd een blijvend verdriet of aanhoudende neerslachtigheid. De diepe gevoelens zijn te vergelijken met de warme of koude onderstroom van de zee die immuun lijkt voor oppervlakkige beroering.

Hoe vreemd het ook lijkt, wij merken deze begeleidende gevoelens vaak niet op: we ondergaan ze, ze komen en gaan zonder dat we er bij stilstaan of er iets mee doen. Veelal zijn we er slechts de speelbal van. Dit is opmerkelijk omdat deze begeleidende gevoelens toch in hoge mate de graadmeter van ons geluk of ongeluk kunnen genoemd worden. Kunnen we dan met deze constante ups en downs echt niets aanvangen, kunnen ze ons echt niets leren over wie we zijn, kunnen ze niet bijdragen tot de kwaliteit van ons leven?

Ignatius was een strijdlustige en moedige soldaat. Bij de verdediging van Pamplona tegen de oprukkende Franse troepen wordt zijn linkerbeen door een kanonbal verbrijzeld. Hij wordt op een draagberrie over de bergen weer naar het huiselijke Loyola getransporteerd. De pijn is soms ondraaglijk. Een maandenlange convalescentie begint. Afleiding is er in zijn kamer weinig. De actief ingestelde militair begint dan maar van lieverlee de karige huiselijke bibliotheek uit te lezen. En pas hier komt Ignatius tot een belangrijk inzicht: hij ontdekt het bestaan van zijn gevoelens en begint erover na te denken. In zijn autobiografie schrijft hij over dit beslissend moment het volgende. Het is een wat langer citaat, maar omwille van de belangrijkheid geven we het hier toch volledig weer :

‘Toch was er een verschil. Was hij namelijk met zijn gedachten bij dat van de wereld, dan vond hij daar wel veel behagen in, maar liet hij het tenslotte vermoeid los, dan voelde hij zich dor en ontevreden. Bedacht hij daarentegen hoe het zou zijn om barrevoets naar Jeruzalem te trekken, en hoe het zou zijn om enkel plantaardig voedsel te eten en om ook al die overige gestrengheden te verrichten, waarvan hij gezien had dat de heiligen die hadden gedaan, dan vond hij niet alleen troost zolang hij daar in gedachten mee bezig was, maar bleef hij ook nadat hij ze had losgelaten, tevreden en opgewekt.

Eerst schonk hij daar geen aandacht aan en kwam hij er niet toe op dat verschil dieper in te gaan, totdat hem op een keer de ogen een beetje opengingen en hij zich over dat onderscheid begon te verwonderen. Toen begon hij er over na te denken en op grond van zijn ervaring kwam hij tot het inzicht dat sommige gedachten in hem droefheid achterlieten, andere daarentegen blijdschap. Zo leerde hij beetje bij beetje de verschillende aard kennen van de geesten waardoor hij bewogen werd: de een van de duivel, de ander van God. Dit was de eerste redenering die hij inzake de dingen van God opzette, en toen hij later de oefeningen maakte, ontleende hij hieraan het inzicht voor wat daar staat over de verscheidenheid der geesten. ‘ (Autobiografie nr. 8)

In dit fragment vertelt Ignatius ons het startpunt van wat later als ‘de onderscheiding der geesten’ zal bekend worden en in een uitgewerkte vorm zal worden opgenomen in de Geestelijke Oefeningen. Uit dit fragment kunnen we drie lessen trekken.

Ten eerste begint Ignatius nu pas zijn begeleidende gevoelens op te merken. Opmerken is de eerste stap. Het is geen toeval dat dit tijdens een gedwongen convalescentie gebeurt. In de teruggetrokkenheid van zijn kamer en met een minimum aan afleiding heeft de mens meer kans om belangrijke zaken op te merken waaraan hij in de drukte van alledag merkwaardig genoeg voorbijgaat. Opmerken – Ignatius noemt het verwondering – is de eerste stap in een proces dat ons ertoe kan brengen geen loutere speelbal te zijn van de omstandigheden, maar integendeel ons leven actief in handen te nemen en bewust richting te geven. Tijdens die opmerkingstijd gaat Ignatius reeds een eerste nog ruwe classificatie opstellen: tevreden, opgewekt en vertroost enerzijds en dor, ontevreden en bedroefd anderzijds. Deze begeleidende gevoelens wisselen elkaar vaak binnen een en dezelfde dag af. Zijn verwondering hierover is het begin van de zelfontdekking. Later zal Ignatius net zo ook de hevige en diepe gevoelens analyseren.

Ten tweede valt het Ignatius op dat die gevoelens niet zomaar lukraak en zonder oorzaak elkaar opvolgen, maar dat ze te maken hebben met wat hij doet: dagdromen en boeken lezen. Deze stap is nog wezenlijker dan de eerste. Opmerken alleen volstaat niet. Er is wel degelijk een verband tussen onze gedachten en de begeleidende gevoelens. In het geval van Ignatius wekten de wereldlijke gedachten uiteindelijk slechts dorheid op, terwijl het perspectief van een pelgrimstocht naar Jeruzalem in de voetsporen van de heiligen troost bracht.

Via de reflectie op zijn ervaring komt Ignatius tot het inzicht dat wat hij doet en denkt bepalend is voor wat hij voelt. De gedachte staat aan het stuur van het gevoel. Ons doen en denken bepalen ons geluks- of ongeluksgevoel. Ignatius maakt nog een ander belangrijk onderscheid: het verschil tussen het gevoel tijdens de gedachte en het uiteindelijk residugevoel na de gedachte. Hij zal uit ervaring leren dat het residugevoel het belangrijkste is als richtingswijzer van ons gevoel en handelen.

Tenslotte verbindt Ignatius deze analyse met zijn geloof. Hij noemt wat hem tot al die gevoelens brengt ‘geesten’. De ‘geesten’ zijn de krachten die ons inspireren tot droefheid of blijdschap. Hierdoor verbindt Ignatius zijn zelfanalyse met de bredere spirituele wereld die hij ‘duivel’ en ‘God’ noemt. De duivel leidt hem tot droefheid, terwijl God hem tot een blijvende blijdschap voert. In de opvatting van Ignatius hebben onze kabbelende gevoelens uiteindelijk te maken met onze relatie tot God. Zo begint voor hem, in de retraite van een ziekenkamer, een inwendig gesprek met God dat hem niet meer zal loslaten. Hij zal uiteindelijk doen wat hij dacht: te voet naar Jeruzalem gaan, een groot avontuur waarbij hij nog niet kan vermoeden dat God hem nog heel andere wegen zal tonen …

Guy Dalcq

Lees verder over ignatiaanse pedagogiek:

Pedagogiek, thematisch