Paulin Manwelo sj

Filosoof

Paulin Manwelo sj

Filosoof

Filosoof

‘Congolese elite zaait terreur en treitert de burgers’

Een interview met Paulin Manwelo sj, hoffdredacteur van het maandblad Congo-Afrique

 

De Congolese jezuïet en de Vlaamse socialist delen een intellectuele passie. Paulin Manwelo, hoofdredacteur van het maandblad Congo-Afrique, en Frank Vandenbroucke, oud-minister en huisintellectueel van SP.A, bestudeerden en adoreren de Amerikaanse filosoof John Rawls en zijn The Theory of Justice (1971). Manwelo promoveerde tot doctor in de politieke filosofie op Rawls in Boston, Vandenbroucke exploreerde Rawls in Oxford tijdens zijn politieke sabbatjaar. “Rawls zegt: zonder rechtvaardigheid is er geen samenleving. Rechtvaardigheid is de eerste deugd van alle instellingen. Congo heeft veel corruptie, elke dag zie ik de illustratie van de basisgedachte van Rawls”, zegt Manwelo. De hoofdredacteur is trots op Congo-Afrique. Het tijdschrift wordt gelezen in heel Franssprekend Afrika en hij probeert het abonnementenaantal opnieuw te verhogen, ook in België. Congo-Afrique is inhoudelijk aantrekkelijk, goed gedrukt en doet qua look en stijl niet onder voor het Vlaamse jezuïetenblad Streven.

De meerderheid van de Belgen is pessimistisch over Congo. Is dat terecht?

“Nee, niet alles is somber. Na de onafhankelijkheid heeft het land vooruitgang geboekt. De nationale samenhang is verstevigd. De grote meerderheid van de Congolezen beseft nu te behoren tot dat land, en dat was in de beginfase anders. Ook positief is het niveau van het onderwijs. We hebben nu een intellectuele, sociale en politieke elite. Dat maakt dat de Congolezen ook zouden moeten in staat zijn om verantwoordelijkheden te nemen. Maar de grote zwakheden bestaan eveneens. Voornamelijk door de vele verloren jaren onder de dictatuur van Mobutu. Dat zijn dertig weggegooide jaren, politiek, economisch en cultureel. Na Mobutu waren er zeventien overgangsjaren tot aan de eerste vrije verkiezingen. Die waren evenmin optimaal. Vanaf 2006 begon een nieuw tijdperk met een regering die uit de kiesurnen is gekomen. De situatie van Congo blijft onstabiel, met teveel regio’s in oorlog.”

Ziet u verbetering voor de volgende tien jaar?

“Ik ben voorzichtig. Als wij verder gaan zoals nu, dan worden de volgende tien tot twintig jaar zeer middelmatig. De goede wil van de gewone Congolees bestaat. Voor het politieke leiderschap moet het meeste nog gebeuren. Als wij verder leven in een bestuursvacuüm, dan is de toekomst tweeslachtig tot somber. Het belangrijkste is het scheppen van goed leiderschap. Leiderschap dat eerlijk, sterk, geloofwaardig en visionair de bevolking opnieuw dynamiseert.”

Was de Belgische erfenis negatief?

“De kolonisatie was in essentie een overheersing en een exploitatie ten voordele van de kolonisator. Maar er waren positieve kanten. Ik denk aan de wegen, de scholen, de gezondheidszorg, de veiligheid. Bij het onderwijs moeten we een belangrijke kanttekening maken: het lager onderwijs was breed geïntroduceerd, maar de bovenbouw ontbrak, zeker op universitair niveau. In 1960 stond, in tegenstelling tot andere koloniale gebieden in Afrika, amper een handvol academici klaar om op hoog niveau verantwoordelijkheid te dragen.”

Wat te doen om in 2060 een Congo met gelukkigere burgers te hebben?

“De eerste stap is een interne uitdaging. De Congolezen moeten de zin ontwikkelen voor verantwoordelijkheid, voor waarden om een samenleving op te bouwen, voor arbeid die goed is gedaan. Dat was al de stelling van het boek La Remise en Question. Base de la décolonisation mentale uit 1965. Mabika Kalanda, de auteur, zei: Congo heeft interne zwakheden die gebonden zijn aan zijn traditie en cultuur. Daardoor is het niet competitief op alle niveaus: politiek, sociaal en economisch. Mijn mening sluit daarbij aan. De corruptie in Congo kun je niet verklaren door de kolonisatie. Als de professoren aan de universiteiten hun werk niet goed doen, dan moet je dat niet op de Belgen steken van voor 1960. Het talent om vlijtig te werken en de waarden voor een goede samenleving moeten hoger geraken. Kinshasa is een smerige stad en de Europese Unie stuurt mensen om de straten van de hoofdstad rein te houden. Dat is toch absurd. De steun van buitenaf is goed, maar wij moeten meer zelf doen.”

“De tweede interne uitdaging is het politieke leiderschap. Onze elite veroorzaakt veel leed bij de Congolezen. De goede wil kan er zijn, maar de onbekwaamheid bestaat parallel. Ons leiderschap is niet in staat om te doen wat moet, het handelt zonder verantwoordelijkheidszin, zaait terreur, treitert de burgers. Er is een leegte, ondanks de verkiezingen. De Congolezen zeggen: het is zoals in de tijd van Mobutu, niets is veranderd. Een Ecole Nationale d’Administration op zijn Frans zou een perfecte opleidings- en trainingsplek kunnen zijn voor nieuw leiderschap, net als een business-school, die leiders vormt. Onze universiteiten zijn traditioneel en academisch en leveren niet de mensen af die onze samenleving nodig heeft. Een meer praktische vorming is nodig om de leegte te vullen.”

Werd China de beste vriend van politiek Congo?

“China en Congo ondertekenden gigantische contracten over de mijnen en de infrastructuur en de motieven zijn moeilijk te ontrafelen. China heeft grondstoffen nodig, en wij bezitten die. Voor de volgende verkiezingen zijn de Chinese miljarden een geschenk voor president Joseph Kabila. Wat ik vrees, is dat zonder betrokkenheid van de civiele maatschappij bij die contracten – wat vandaag de toestand is – het geld blijft hangen bij het egoïsme van de individuele politici. De EU mengt zich in het debat en vraagt ophelderingen over de mijncontracten. Ik vrees dat de contracten vooral individuele politici zullen bevoordelen. De Kinois zien de Chinezen de grootste laan van de hoofdstad, de Boulevard du 30 juin, herstellen, maar weinig mensen weten wat daar allemaal achter steekt.”

Blijft het tribalisme een handicap?

“Het tribalisme is geen groot probleem, en evenmin een prioritair probleem. Het tribalisme zal overleven, maar in de opvoeding kun je dat tribalisme en het regionalisme afzwakken. Je kunt het ongevaarlijk maken zodat het niet meer stoort. Er is nu een gevoel van trots om Congolees te zijn. Kinshasa is een microkosmos waar een nationale gemeenschap ontstaat, alhoewel een bekrompen politicus natuurlijk de tribalistische kaart kan trekken. Het Lingala, het Esperanto van Kinshasa, schept een band, een broederschap. Het Lingala wordt gesproken in bepaalde streken, bijvoorbeeld in de Evenaarsprovincie en is geen kunstmatige taal. Brazzaville spreekt Lingala. De populaire muziek van OK Jazz en Papa Wemba wordt gezongen in het Lingala en zo geabsorbeerd in de nationale cultuur.”

Verwacht u bijstand van de Congolese diaspora, bijvoorbeeld in Brussel?

“Niemand weet precies hoeveel Congolezen in Brussel wonen. Die diaspora zou meer kunnen doen voor de groei van Congo. Nu al zijn de geldtransfers van de expats naar Congo belangrijk voor heel wat familieleden aan de Evenaar.”

Is het christendom onverminderd van belang in Congo?

“Het christendom in Congo, met zijn twee hoofdstromingen, het katholicisme en het protestantisme, blijft belangrijk. Maar als je ziet met welke duizelingwekkende vaart de religieuze bewegingen en de sekten groeien, dan versterkt dat een grote verschuiving. Het kimbanguisme met zijn grote aanhang – de eerste en al oude inlandse kerk van 1921, ook een verzetshaard tegen de kolonisator, of als dusdanig gepercipieerd – ondervindt zoals de traditionele christelijke kerken, de concurrentie van ‘le messianisme congolais’.”
“In de volkswijken van Kinshasa telt elke straat drie tot vier kerken. Die kerken beroepen zich op de Bijbel maar ze doen dat zeer populistisch en chaotisch. Dat Congolese messianisme duwt het kimbanguisme weg. Bestendig zijn er nieuwe grote en kleine profeten. Een enquête is nodig over het marktaandeel van het christendom in een megastad als Kinshasa met zijn tien miljoen inwoners. De basistekst van het messianisme is dus vaak de Bijbel, maar dan toegespitst op mirakelen, genezingen. Jezus bezorgt de gelovige rijkdom, een gemakkelijk leven, een goede gezondheid, de hemel op aarde. Hij is een mirakelbrenger. De Congolezen schuilen in die sekten voor de miserie, de grote armoede, de ontberingen van het dagelijkse leven. Het is begrijpelijk escapisme. Bovendien kan de ontgoocheling over de traditionele kerk met haar manier van de eucharistie vieren en prediken de gelovigen afschrikken. De redenen voor het succes van het Congolese messianisme zijn ingewikkeld en veelvuldig.”

Een atheïstische Afrikaan, is dat tegennatuurlijk?

“Mabika Kalanda schreef in 1965 over de Congolese mentaliteit. Ik was nog een kind. De auteur analyseerde de natuurlijke aanleg van de Congolees om onder te duiken in de spiritualiteit, om daar zijn troost te zoeken. Hij sprak al over die messianistische sekten met mirakelwerkers. Door de langdurige economische crisis is hun aantal fors gegroeid. De Afrikaan heeft een basishouding, een visie die het aardse, de wereld overstijgt. Hij heeft een sterke hang naar het hiernamaals. Afrikanen kunnen zich voordoen als ongevoelig voor het hogere, maar dat is pose. De Afrikaan heeft een diep respect voor het onzichtbare en het onzegbare, voor het mysterie van een schepper.”

Hoe verhouden Rome en Afrika zich?

“De kerk is universeel, maar in die universaliteit houdt zij rekening en moet zij rekening houden met particulariteiten. Afrika komt op een eigen manier aan bod in de universele kerk. De liturgie in Congo is door de Congolezen vorm gegeven, wij vieren de eucharistie volgens ‘le rite congolais’.”

Is het celibaat houdbaar in Afrika?

“Je kiest in het leven en na de keuze moet je binnen de keuze blijven. Is polygamie goed of slecht? Je zou de vraag kunnen voorleggen aan Europeanen en zij zullen met een zeer grote meerderheid antwoorden: is monogamie beter? Als er problemen zijn in een monogame relatie, dan moet je niet overstappen naar een polygame situatie. Bekijk mutatis mutandis het celibaat op dezelfde wijze. Als je efficiënt dienstbaar wil zijn, is het celibaat beter dan de status van gehuwde. Niemand is verplicht om het celibaat te kiezen, nadien moet je die keuze niet ter discussie stellen. De katholieke kerk heeft ook daarin haar identiteit te verdedigen.”

Waren de jezuïeten actief in het politieke verzet tegen het mobutisme?

“De orde en de opeenvolgende regeringen stonden neutraal tegenover mekaar. In de tijd van Mobutu hebben wij een college geopend in Gbabadolite, in zijn geboortestreek. Er was lichte druk om dat te doen, maar belangrijker, ook nood aan kwalitatief middelbaar onderwijs.”

Frans Crols

Bekijk alle portretten

Deel