Toon Suffys sj

Stadspastor

Toon Suffys sj 2

Toon Suffys was zeventien jaar stadspastoor in Gent. Begin 2018 verruilde hij Gent voor Amsterdam. Dit interview werd gepubliceerd in de tijd dat Toon Suffys nog werkzaam was in Gent.

Toon Suffys was zeventien jaar stadspastoor in Gent. Begin 2018 verruilde hij Gent voor Amsterdam. Dit interview werd gepubliceerd in de tijd dat Toon Suffys nog werkzaam was in Gent.

Na een vijftien jaar klasretraites te hebben gegeven en vele jaren werkzaam te zijn geweest bij Kerk en Wereld, apostolaat van het gebed, vroeg toenmalig provinciaal Mark Rotsaert, Toon Suffys sj om naar Gent te trekken. Rik Gysen sj zaliger, had vanuit de Maïsstraat de wens geuit om versterking te krijgen voor de vroegere 19e eeuwse textielbuurt van Gent. Toon Suffys sj werd parochievicaris benoemd op drie parochies: H. Kerst, Muide en Meulestede; gelegen nabij en in de haven van Gent. In bisdom Gent word je benoemd in een dekenaat en krijg je de speciale zorg toegewezen voor een sector van het brede apostolische werkveld.

Wat betekent het op dit ogenblik ‘stadspastoor’ te zijn in een stad als Gent?

‘Gent stad kent 24 parochies. Wat wil je dan als pastoor in deze stad? Het geloof hier toekomst geven. We trachten dat te doen met vier middelen: door het goed verzorgen van de liturgie; door de verkondiging te laten klinken als een boodschap in het leven zelf van de mensen. Wat je in het evangelie de zondag hoort heeft te maken met jouw leven!, zeggen we hen; we doen dat ook door vorming te geven, bijscholing om het geloof te laten groeien; tenslotte door de diaconie te verzorgen. U kent de sociale KRAS-diensten die materiële en sociale hulp bieden aan mensen in nood en die nauw samenwerken met het OCMW (Openbaar Centrum Maatschappelijk Welzijn) van Gent. In mijn vorige woonplaats, de Muide in Gent, leven 72 nationaliteiten samen. Stel u voor. Mijn benoeming in het dekenaat hield ook in bijzondere aandacht voor de jeugd. Daaruit volgt het goed verzorgen van de voorbereiding van de eerste communie en het vormsel, met zo mogelijk de verdere plus werking nadien. De kerkbezoeker is een ouder wordend mens. Een deel van onze tijd gaat daarom uit naar wat genoemd wordt ‘onderhoudspastoraal’, de zorg voor de mensen die nu de kerkdiensten bezoeken en aan het parochieleven op een actieve wijze deelnemen. Jongeren zien we bij de grote gelegenheden. Zij hebben in hun leven andere prioriteiten.

Waar ligt je vreugde in dit werk?

Dat je het geloven mee gestalte mag geven in Gent, vanuit de ontmoeting met onze Heer. De huidige gelovigen zetten zich echt in voor mekaar: kijk naar de goed uitgebouwde ziekenen bejaardenzorgwerking hier. Hier op deze plek zijn er een dertigtal mensen met ziekenzorg bezig. We hebben een goed werkende sociale dienst: met voedselbedeling, kledingszorg, materiaal voor hele kleine kinderen. Zij begeleiden mensen, doen aan budget-planning, zorgen voor wat mensen nodig hebben. Dit alles geeft je vreugde.

Waar ligt je verdriet? Wat is het moeilijke?

Mensen bereiken is niet makkelijk. Communicatie met hen is niet simpel. Hoe breng je over: doe iets voor je geloof ? velen haken na hun vormsel, na hun huwelijk af. Ze zijn nog teveel overtuigd dat geloven doen is in plaats van een verbondenheid met onze Heer beleven. Dit is de pijn. Weet je, mensen zijn dankbaar voor wat zij bij de grote levensvieringen krijgen en toch haken zij af. Mensen hebben andere prioriteiten: ze werken beiden, zijn ’s avonds moe en hebben niet meer de tijd en de energie om nog vormingsavonden bij te wonen.

Zie je evolutie in de kerkbeleving sinds je pastoor bent?
Er komen inderdaad minder mensen naar de vieringen en de aanwezigen zijn overwegend oudere volwassenen. De jongeren zien wij bij de grote gelegenheden, eerste communie, vormsel, huwelijk.

Weet je wat hoopgevend is: we zijn begonnen met catechese voor jongeren en volwassenen. De volwassenen worden opgetrokken door de kinderen, de kinderen door de volwassenen. Beide leeftijden komen met elkaar tot geloofsgesprek. Hoopvol. We beginnen met een ontbijt, een vormingstijd en een viering om te sluiten. We willen immers tot geloofsgesprek komen, mensen samenbrengen rond het evangelie van de volgende zondag. Wat zie ik in dat evangelie? Wat doet mij dat? Wat mijn bedoeling bij een begrafenis bijvoorbeeld is? Aan mensen laten aanvoelen:God is niet ver. De mens die wij vandaag begraven heeft met God geleefd. Wat je hier in het evangelie hoort, zit in uw leven. Als je thuis voor elkaar brood breekt en deelt dan is Christus aanwezig. Iemand gastvrij ontvangen heeft met aanwezigheid van onze Heer te maken. Daar met verwondering naar kijken.

Gent is een sociale stad. Merk je dat? Voel je dat?

De bewoners van deze buurt zijn bekommerd om mekaar. Ze beschouwen mekaar als gelijke. Neem de buurtbarbecue: onze burgemeester zit broederlijk naast u en mij op de bank. Wat meer is: mensen nemen het echt op voor mekaar.

Hoe zie je de toekomst?

Hoopvol. Het geloof zal blijven. We zullen wel moeten timmeren aan de huidige structuren om deze verder leefbaar te houden. Dat vraagt denkwerk. Wat doe je met 24 parochiekerken binnen Gent? Wat doe je met die gebouwen in de toekomst? Herstructureren dus.

Hoe voel je je als jezuïet hierbinnen?

Als jezuïet wil je het evangelie verkondigen. Je wilt meevoelen met de Kerk. De kerk nu dragen is niet eenvoudig. Binnen dit werk voel je de onmacht mee die zoveel pastoors voelen. Wij hebben op dit punt van hen te leren. Ik heb veel respect gekregen voor mijn diocesane collega’s. Samen willen wij Jezus ter sprake blijven brengen. Daarover gaat het.

Bekijk alle portretten

Deel