Religie als sociale constructie

Een nieuw boek van Guido Dierickx sj

Lees verder
Religie als sociale constructie

Een nieuw boek van Guido Dierickx sj

Religie als sociale constructie, Guido Dierickx sj, Garant: Antwerpen- Apeldoorn, 411 pp, ISBN 978-90-441-3310-3, 36 €

Voorwoord

De titel zou voor een aantal lezers misleidend kunnen zijn. Daarom eerst dit. De religie is een sociale constructie voor zover ze gepaard gaat met gemeenschaps- en cultuurvorming. Dat wil hoegenaamd niet zeggen dat ze een “kunstmatige”, onnatuurlijke constructie is. Tenslotte is bijvoorbeeld ook de moraal een sociale constructie die in de loop van haar ontwikkeling behoefte heeft gehad aan de steun van een gemeenschap en van haar cultuur. De vraag is dus niet of de religie een sociaal en cultureel draagvlag nodig heeft, maar welk draagvlak zij nodig heeft. Die vraag is een andere dan de vraag naar de waarheid en de waarde van de religie. Deze laatste vraag blijft voorbehouden voor het denken van filosofen en theologen. De eerste, meer bescheiden vraag behoort tot het domein van de menswetenschappen en, meer in het bijzonder, tot die van de sociologie.

Maar is die vraag inderdaad een bescheiden vraag? ‘De religie’ geeft aanleiding tot vele, vaak heftige debatten in academische en minder academische kringen. Bij nader toezien gaan die heel dikwijls over de sociale constructie die de religieuze beleving bevordert of verzwakt en niet over de kern van de religie, de religieuze beleving. Ze gaan over de omstandigheden die de participatie aan de religieuze gemeenschap en cultuur ondersteunen of hinderen, die haar geloofwaardigheid ondermijnen of bevestigen. Dit werk heeft de ambitie om een aantal van die debatten te verhelderen met behulp van een sociologische zienswijze en met behulp van de beschikbare empirische gegevens.

Daarmee is alvast één thema aangestipt dat in wat volgt herhaaldelijk zal weerkeren: het onderscheid tussen de theologische (en de filosofische) zienswijze en de sociologische (en de menswetenschappelijke).Onze stelling luidt dat in die debatten de theologisch/filosofische zienswijze, zij het dikwijls in haar gevulgariseerde vorm, te veel aan bod komt en de sociologische te weinig. Dat geldt, paradoksaal genoeg, zowel voor de vrienden als voor de vijanden van de religie. Dat is begrijpelijk omdat levensbeschouwelijke debatten nu eenmaal “heet” zijn en meer aantrekkingskracht hebben dan menswetenschappelijke debatten die eerder “koel” zijn.

Nog andere kwesties en thema’s zullen in de volgende hoofdstukken telkens weer voorkomen. In het gebruikelijke denken en in de debatten over religie worden zij al te veel verwaarloosd.

Een belangrijke uitgangspunt van het hier ontwikkelde betoog luidt dat de religie best benaderd wordt als een levensbeschouwing. Zoals alle levensbeschouwingen wil ze meerdere denkbeelden en waarden op een geloofwaardige wijze samenvatten in een ‘zingevingsysteem’. Dat wil nooit helemaal lukken en daarom is de sociale constructie van de religie altijd een werk in uitvoering, “a work in progress”. (Religieuze) levensbeschouwingen hebben een geschiedenis en worden ontwikkeld. Dat is gemakkelijk te constateren. Maar hoe die ontwikkeling verklaren? Dat is heel wat moeilijker, ook voor sociologen die hieraan heel wat aandacht hebben besteed onder de noemer ‘secularisatie’ en dergelijke meer.

De ontwikkeling van een (religieuze) levensbeschouwing is geen individuele aangelegenheid. Het is een onderneming die een behuizing krijgt in een gemeenschap. De ‘gelovigen’ participeren aan die gemeenschap om hun beleving te handhaven en te verfijnen. Kan die geloofsbeleving, kunnen haar denkbeelden en waarden, op peil blijven zonder de participatie aan het gemeenschapsgebeuren? Dat is heden in onze streken een cruciale vraag.

De religieuze gemeenschap heeft zoals iedere gemeenschap een zekere vorm van organisatie nodig. Maar welke vorm van organisatie? Dat klinkt als een normatieve, theologische vraag, maar ook hier kunnen sociologische inzichten verhelderend zijn.

Natuurlijk is de religie, haar gemeenschap en haar cultuur, onderhevig aan externe invloeden. Maar niet iedereen zal het eens zijn over de invloeden die het zwaarst doorwegen. Is het de intellectuele of veeleer de morele evolutie van onze samenleving? Daarnaast mogen we niet vergeten dat de religie ook invloed kan uitoefenen op de omringende samenleving, zij het soms een onbedoelde en zelfs een ongewenste. Welke invloed wil ze uitoefenen? Welke invloed kan ze uitoefenen? Welke invloed heeft ze uitgeoefend? Dit is een vraag waarop het laatste hoofdstuk een begin van antwoord wil geven.

In 2006 verscheen een eerste versie van dit boek onder de titel “De Buitenkant van de Religie”. Deze vernieuwde versie kreeg een nieuwe titel. De grote lijnen van het betoog bleven weliswaar behouden, maar er werden vele nieuwe passages toegevoegd en andere geschrapt. De sociologie van de religie heeft sindsdien immers niet stilgestaan. Die evolutie heeft de auteur willen volgen. Bovendien heeft hij veel geleerd van de collega’s die hem nuttig advies hebben gegeven en, niet te vergeten, van de studenten aan wie hij over deze materie college mocht geven. Inhoudelijk heeft hij van hen geleerd dankzij de vragen die zij stelden en de bedenkingen die zij suggereerden. en ook vormelijk omdat zij hem hebben aangezet heeft om de kwaliteit van zijn schrijfstijl te verhelderen voor sociologen en voor niet-sociologen. Het is ontnuchterend te merken hoeveel oneffenheden bij een tweede redactie kunnen worden weggewerkt.  Het is zoals een akker bewerken. De ploeger kan vele keien verwijderen om de volgende dag te stoten haast even veel nieuwe keien.      

Guido Dierickx sj