Alfred Delp sj: ‘Geloof in Jezus is iets zeer zeldzaams’

1907 – 1945
Verzetter tegen het naziregime

Alfred Delp sj 1

In 1945 werd de Duits jezuïet Alfred Delp in Berlijn als landverrader geëxecuteerd, een gevolg van zijn uitgesproken en ononderbroken weerstand tegen het naziregime. Jezuïet Michael Holman schrijft over Alfred Delp als een man die radicaal en moedig Christus volgde.

In 1945 werd de Duits jezuïet Alfred Delp in Berlijn als landverrader geëxecuteerd, een gevolg van zijn uitgesproken en ononderbroken weerstand tegen het naziregime. Jezuïet Michael Holman schrijft over Alfred Delp als een man die radicaal en moedig Christus volgde.

Vorige zomer leerde ik iemand kennen, zij het heel onrechtstreeks, die op mij een diepe indruk heeft gemaakt. Het was een van die ontmoetingen die mij tot in mijn diepste innerlijk raakten, een van die ontmoetingen die mij grondig deden nadenken over de wijze waarop ik hier en vandaag mijn leven leef als volgeling van Christus.

Het komt erop aan te luisteren naar Gods oproep

Eerst de context. In juli ben ik naar Liverpool gegaan om daar mijn retraite te doen in het Jesuit Spirituality Centre, Loyola Hall, in de voorstad Rainhill. Wij jezuïeten doen ieder jaar een achtdaagse stille retraite. Wij zijn, zoals een van de meest nabije gezellen van onze stichter het zei: ‘contemplatieven in de actie’ Het komt erop aan te luisteren naar Gods oproep en die in ons leven edelmoedig te beantwoorden. Deze stiltetijd is een manier om ons af te stemmen op Gods stem te midden van al die andere stemmen die rondom ons zoveel lawaai maken.

De eerste dagen van die retraite werd ik sterk in beslag genomen door de woorden die een vrouw die ik zeer bewonder, mij vele jaren geleden had geschreven. Maar het zijn woorden die ook vandaag nog gelden.

‘Geloof in Jezus is een zeer, zeer zeldzaam iets’

Ruth Burrows is een karmelietes, volgelinge van Teresa van Avila, en leeft in haar klooster van Quidenham, in Norfolk. Zij was het die mij dit ‘geloof in Jezus is een zeer, een zeer zeldzaam iets’ had geschreven. Voor mij bedoelde zij hiermee niet zozeer een intellectueel aanvaarden van God en van Jezus als de zoon van God, maar dat soort van geloof dat Jezus en het evangelie bezit laten nemen van ons leven. Dit is het geloof waarvan Ruth Burrows zegt dat het ‘een zeer, zeer zeldzaam iets’ is. Voor te veel mensen onder ons is geloof inderdaad, zoals zoveel andere dingen in ons leven, het resultaat van het zoeken naar een tussenoplossing.

Ik werd gefascineerd door wat ik las.

Terwijl die uitdagende woorden in mijn oren bleven klinken, mocht ik tijdens mijn retraite iemand ontmoeten. De man was reeds vijfenzestig jaar dood, maar het verhaal dat ik las was zo levendig dat het als het ware een persoonlijke ontmoeting werd. Uit eigen ervaring weet je waarschijnlijk wel hoe dit kan gebeuren. Ik hou ervan de levensverhalen van andere jezuïeten te lezen, ik hou ervan te lezen wat hen leven gaf. Zo nam ik bijna toevallig de biografie ter hand van een man wiens naam ik al dikwijls had gehoord, maar over wie ik bar weinig wist. Ik werd gefascineerd door wat ik las.

Een modern man

Alfred Delp werd geboren in 1907 in het zuiden van Duitsland, een onecht kind. Zijn ouders huwden niet lang na zijn geboorte. Zijn moeder was katholiek, maar hij werd als lutheraan opgevoed, het geloof van zijn vader. Later schreef hij: ‘als ze mij ooit willen heilig verklaren, zeg dan maar dat ik een losbol was’. Hij was onstuimig en onafhankelijk, maar het was deze geest die hem op zeventienjarige leeftijd of daaromtrent ertoe bracht voor zichzelf te beslissen dat hij katholiek wilde worden, en die hem drie jaar later naar de Sociëteit van Jezus bracht.

Hij was sterk ingenomen met het nieuwe humanisme

Zijn vorming verliep ongeveer op dezelfde wijze als de mijne vijftig jaar later. Na de studie van de filosofie kwam de studie van de theologie, met tussen beide in een periode van drie jaar werken op een college. De biografie bevatte foto’s van Delp. Ik zag hem bezig met dat jonge volk, zoals ik ook mezelf gekend had: zo’n moderne indruk gaf hij. Tijdens die schoolperiode probeerde hij graag nieuwe dingen uit, wou hij zijn vleugels uitslaan, dingen doen op zijn manier en laten zien dat hij resultaten haalde. Dit alles ergerde zijn directeur, een jezuïet die later zijn provinciaal zou worden. Ook ik ben ooit collegedirecteur geweest, en ben nu provinciaal. En ja, ook ik heb jezuïeten van zijn soort gekend. Er was heel wat in zijn verhaal dat ik goed kon plaatsen.

Een expert in de sociale leer van de Kerk

Alfred Delp was ook in een andere zin een modern man. Hij was sterk ingenomen met het nieuwe humanisme dat in de vooroorlogse jaren de Kerk met zich meevoerde. Het was een beweging zoals we gekend hebben voor en na het Tweede Vaticaanse Concilie, dat hijzelf niet heeft meegemaakt. Dit humanisme mogen we nooit uit het oog verliezen, omdat het gesmeed was in een tijd van zoveel menselijk lijden. En dit gaf het een bijzonder gezag. Het legde de nadruk op het belang van de menselijke persoon, de individuele menselijke persoon, op de uniciteit en waardigheid van iedere mens, en op het wonder van iedere mens als Gods schepping, als Gods evenbeeld.

Tijdens zijn studies werd Alfred een expert in de sociale leer van de Kerk, dat ‘best bewaarde geheim van onze katholieke traditie’. En hiermee was hij druk bezig in het midden van de dertiger jaren, toen zijn vaderland in de greep van Hitler en de nazi’s lag. Hij deed dit op een ogenblik dat het totalitarisme van Rusland en van zijn eigen land de nadruk legde op de ‘massamens’, en de rechten en waardigheid van de individuele mens ondergeschikt maakten aan de dienst aan de Staat.

Vanaf zijn preekstoel

Alfred werd priester gewijd in 1937 en korte tijd nadien werd hij als pastoor aangesteld in een kerk in München, waarvoor de jezuïeten de verantwoordelijkheid droegen. In 1941 brachten de nazi’s een propagandafilm uit, waarin zij hun euthanasiepolitiek verklaarden, ‘de zachte dood’ van de gehandicapten. Vanaf zijn preekstoel veroordeelde hij de film. Hij sprak over het belang van deze mensen met een handicap, zowel als individuele mensen, als met het oog op hun waarde in de gemeenschap, en op hun betekenis en invloed in het oproepen van de beste menselijke kwaliteiten – Godgelijke kwaliteiten – in ieder van ons.

Sommigen dachten dat het nu tijd was voor vaderlandsliefde

Wellicht verwachtte je dergelijk protest van een katholieke priester. Wat kon hij in de gegeven omstandigheden anders doen? Maar verbazingwekkend genoeg, voor vele mensen, zo niet voor de meerderheid van hen, leken de zaken niet zo helder. Toch wilden de Duitse bisschoppen op zeker ogenblik een rapport opstellen en verspreiden waarin euthanasie en het verdwijnen van zoveel mensen, waaronder veel priesters, veroordeeld werd. Delp gaf zijn goedkeuring aan een ontwerp van het document dat in zijn kritiek op het regime overduidelijk was. Maar de bisschoppen waren verdeeld en vreesden dat het regime op zijn beurt de Kerk op volle kracht zou aanvallen. En was er nog dit. Katholieken vochten in het leger van het Rijk, en dus dachten sommigen dat het nu tijd was voor vaderlandsliefde. De moedige bisschop van Berlijn stelde het zo: ‘de uiteindelijke versie werd een proper opgepoetste, de vlekken waren weg, zoals ook alle kleur’

Eind 1944 werd Delp gearresteerd en in de gevangenis opgesloten. Twee jaar had hij gelijkgezinde intellectuelen ontmoet – de zogenaamde Kreisaugroep -, die de toekomst van het naoorlogse Duitsland uittekenden. Delp werd niet verdacht van enige betrokkenheid in de poging op Hitler een aanslag te plegen, een geschiedenis die op het scherm is gebracht in de recente Tom Cruise film, Valkyrie. De aanklacht was verraad.

‘God alleen volstaat’

Vrienden brachten Alfred in de gevangenis brood en wijn, en hij vierde eucharistie. Het heilige sacrament bewaarde hij altijd bij zich. In zijn wasgoed smokkelden zijn vrienden pen, inkt en papier binnen. Hij schreef een dagboek en een verzameling overdenkingen over de Kerk en de gemeenschap, die buitengewoon profetisch bleken te zijn. Schrijvend over Engeland, zei hij dat het zijn geest en ziel was kwijtgeraakt in materialisme. Maar vooral vertellen deze teksten ons over zijn strijd om aan Christus toegewijd en gegeven te blijven, over zijn bekoringen om een tussenoplossing te aanvaarden, over zijn strijd te leven in de wetenschap dat God alleen volstaat. ‘Solo Dios basta’, zoals Teresa van Avila schreef.

Op 8 december bracht een jezuïet hem een bezoek, en met de handboeien om en met de tranen lopend over zijn gelaat, sprak hij zijn laatste geloften uit in de Sociëteit van Jezus.

Maar zijn rechter was een nazi-fanaticus die het christendom haatte

In januari 1945 werd hij voor het gerecht gebracht. Zij vonden geen bewijs voor zijn betrokkenheid in de poging tot aanslag op Hitler. Maar zijn rechter was een nazi-fanaticus die het christendom haatte, de katholieke Kerk haatte en bovenal de jezuïeten haatte. Delp werd ter dood veroordeeld.

Op 2 februari, 37 jaar oud, werd hij naar de Plötzensee gevangenis gevoerd, en die middag werd hij, in een ruimte die nu een schrijn is geworden, aan een vleeshaak in de zoldering opgehangen. Zijn lichaam werd gecremeerd en zijn as in rioolwater verstrooid, zoals vereist voor verraders. Zijn weinige bezittingen werden verzameld en aan zijn moeder geschonken. Zij bewaarde die in een reiskoffer onder haar bed tot haar dood in 1967.

‘Meteen gingen zijn oren open, zijn tongriem ging los’ (Mc. 7,35).

‘Geloof in Jezus is iets zeer zeldzaams, iets zeer zeldzaams’. Sommigen is het gegeven dat zij open ogen hebben en schone oren, zodat zij de tekens van de tijd kunnen lezen en de oproep van Christus kunnen horen. Aan nog minder mensen is gegeven wat nodig is om met onuitspreekbare liefde en edelmoedigheid te kunnen antwoorden.

Dit soort van edelmoedigheid is een vlam die andere vuren kan doen ontbranden. Delp inspireerde heel wat andere mensen tot heldenmoed. Hij inspireerde zijn secretaresse die haar leven op het spel zette toen zij hem pen en inkt bracht, verstopt in zijn wasgoed, en toen zij zijn brieven ronddeelde. Hijzelf had zich laten inspireren door een andere priester-jezuïet in München, Rupert Mayer. Die is nu wel – Delp niet – door de Kerk zalig verklaard voor zijn weerstand zonder enige toegeving.

‘Geloof in Jezus is iets zeer zeldzaams, iets zeer zeldzaams’.

Maar welk vuur doet Delp in ons ontbranden? Delp stelt mij de vraag in hoever wij blind zijn voor de tekenen van onze tijd en doof voor de oproep van Christus. Hoezeer zijn wij het in onze eigen tijd gewoon geraakt om te kiezen voor tussenoplossingen? Tot hoever laten wij ons door de heersende sociale consensus verleiden, met als resultaat dat wij ons netjes inpassen in onze omgeving, en het daar bij laten?

Onze unieke waardigheid komt in het gedrang

Het was de aanval op het leven dat de zending van Delp zo dringend maakte. In onze dagen kennen wij eenzelfde aanval, heel ingrijpend – bij het begin of het einde van het leven. In onze overgecommercialiseerde economie met een overgeïndividualiseerde sociale politiek met te weinig aandacht voor haar impact op onze leefomgeving, komt de unieke betekenis en waardigheid van ieder menselijk leven in het gedrang.

Wellicht wordt er vandaag iets meer radicaliteit gevraagd van de volgelingen van Christus? Wellicht moeten wij onze ogen openen, onze oren ontstoppen en onze tong ruimte geven? Wellicht ligt daar de weg naar onze vernieuwing als Kerk in West-Europa? Opdat het over deze generatie niet gezegd blijft dat geloof in Jezus iets zeer zeldzaams, iets zeer zeldzaams is’

Luister hier naar een ingesproken versie van de laatste letter die Alfred Delp schreef aan zijn medebroeders, vlak voor zijn executie op 2 februari 1945.

Infomomenten Geestelijke Oefeningen 2020-2021 3

Bekijk alle portretten

Deel