Waarom de jezuïeten uitgerekend in Molenbeek een school openen

Waarom de jezuïeten uitgerekend in Molenbeek een school openen

Met de aanstaande Egied Van Broeckhovenschool willen de jezuïeten grenzen opzoeken en werken op de breuklijnen in de samenleving.

Met de aanstaande Egied Van Broeckhovenschool willen de jezuïeten grenzen opzoeken en werken op de breuklijnen in de samenleving.

Johan Verschueren sj (regionale-overste) en Paul Yperman (hoofd van het jezuïetenonderwijs in Vlaanderen) vertellen over de droom en de uitdaging van een nieuwe jezuïetenschool in Sint-Jans-Molenbeek. Een initiatief dat niet op zichzelf staat, maar te plaatsen is in het toekomstperspectief van de jezuïeten wereldwijd.

De voorgeschiedenis

Het Tweede Vaticaans Concilie liet een nieuwe wind waaien doorheen de kerk van de jaren zestig en ook bij de jezuïeten bleef de roep naar verandering niet onbeantwoord. De jezuïeten, die al vrij snel na de stichting van de orde een sterk wereldwijd onderwijsnetwerk opbouwden, stelden dat het doel van hun onderwijs het ‘vormen van mannen en vrouwen voor en met elkaar’ moest zijn. 

De toenmalige generale overste Pedro Arrupe hamerde erop dat het jezuïetenonderwijsagents of change’ moest vormen, mensen die het verschil maken in de samenleving. Daarmee werd, naast de sterke intellectuele vorming, de klemtoon gelegd op de sociale en relationele dimensie in hun onderwijs. Het vormen van bewuste, bekwame en betrokken mensen werd vanaf toen het adagium van het jezuïetenonderwijs. Dat betekende een trendbreuk met het voorheen eerder missionaire karakter van de jezuïetenwerken.

Een verzoening tussen mensen onderling, tussen de mens en de schepping en tussen de mens en God

In Vlaanderen tekende dezelfde trend zich af, zij het met enige vertraging. Het was bijvoorbeeld significant dat Paula D’Hondt, die begin de jaren negentig aangesteld werd als koninklijk commissaris voor de vluchtelingen, een appèl deed op de jezuïeten om in hun scholen migranten op te nemen en met hen aan de slag te gaan. Het Xaveriuscollege in Borgerhout was het eerste jezuïetencollege dat een concreet antwoord formuleerde op die gewijzigde context en het is één van de eerste voorbeelden in Vlaanderen van hoe een school met succes kwalitatief hoogstaand onderwijs kan aanbieden aan een gemengde populatie. De transitie was daadwerkelijk ingezet.

De context

Arturo Sosa sj, de huidige generale overste van de jezuïeten, ziet vandaag zes wereldwijde uitdagingen: de demografische verschuivingen, de toename van ongelijkheid, de toename van polarisatie en conflicten, de ecologische crisis, de opkomst van de digitale cultuur en de verzwakking van de politiek. De jezuïeten zien het vandaag als hun taak om op de breuklijnen te gaan staan en naar de grenzen te trekken om ook uitgerekend daar verzoening te bewerken. Een verzoening tussen mensen onderling (tegen onrecht en in conflictueuze situaties), tussen de mens en de schepping (ecologie) en tussen de mens en God (religie en zingeving). Het aangaan van partnerschappen (bijvoorbeeld tussen jezuïeten en leken, maar ook partnerschappen over religies heen) en het uitbouwen van netwerken, ook over de sectoren heen, zijn karakteristieke middelen die hiervoor aangewend worden. 

Typerend is dat pater Sosa in dit verband spreekt over een beweging van mondialisering, een term die de universele creativiteit aanduidt die karakteristiek is voor de culturele diversiteit. Hij spreekt niet over globalisering, omdat die poogt gedragingen en culturen uniform te maken. 

In deze bijdrage gaat Arturo Sosa sj uitvoerig in op het jezuïetenonderwijs en deelt hij zijn verfrissende en nieuwe kijk op katholiek onderwijs.

De jezuïetenscholen proberen mee te helpen aan het lenigen van de capaciteitsnoden in onze centrumsteden

In de huidige Vlaamse onderwijscontext proberen de jezuïeten onder impuls van Cebeco, de koepel voor Ignatiaans onderwijs, een eigentijds antwoord te formuleren op de onderwijsuitdagingen, bezien vanuit het perspectief van het bewerken van verzoening.

Een nieuw engagement

Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat in het kader van de modernisering van het secundair onderwijs de jezuïetenscholen aanzetten geven om hun onderwijsaanbod te verbreden en uit het aso-cocon te treden. In de beweging van de bestuurlijke optimalisatie en schaalvergroting binnen het katholiek onderwijs zijn de onderwijsvzw’s van de jezuïeten in Aalst, Antwerpen, Brussel, Gent en Turnhout bezig met een beperkte schaalvergroting, bijvoorbeeld door het opnemen van scholen met een tso- en bso-aanbod in de groep. Tevens proberen de jezuïetenscholen hun capaciteit op te trekken om mee te helpen aan het lenigen van de capaciteitsnoden in onze centrumsteden. 

Een belangrijke pedagogische en inhoudelijke evolutie is de hertaling van het opvoedingsproject in 2015 (‘Ignatiaanse pedagogie in 10 bewegingen. Een hedendaags opvoedingsproject voor de Vlaamse jezuïetencolleges’), die de grondstroom en inspiratie verwoordt van waaruit gewerkt wordt. In dat kader past ook de uitbouw van het sociaal project in het secundair onderwijs en van Community (Service) Learning in het hoger onderwijs; waarbij dienen, reflecteren en leren hand in hand gaan. Ook onderhouden de ignatiaanse scholen een actieve relaties met organisaties uit andere sectoren van het jezuïetennetwerk, zoals the Jesuit Refugee Service en het spiritualiteitscentrum in Drongen.

Niemand hoeft overtuigd te worden dat die context aartsmoeilijk is

Met de twee colleges die gevestigd zijn in Brussel (het Sint-Jan Berchmanscollege en het Jan-Van-Ruusbroeckollege) is vanaf 2014 de overtuiging gegroeid dat men vanuit deze inspiratie en spiritualiteit in die heel diverse Brusselse context een engagement moest nemen in het kader van de capaciteitsnoden in het Nederlandstalige secundair onderwijs. Niemand hoeft overtuigd te worden dat die context aartsmoeilijk is: een smeltkroes van nationaliteiten, een Babylon van talen en een amalgaam van religies op een voorschoot. De ongekwalificeerde uitstroom uit het Brusselse secundair onderwijs is meer dan het dubbele van die in Vlaanderen (14,8 procent in het Brussels gewest  tegenover 6,8 procent in het Vlaams gewest in 2016) met een hoge jeugdwerkloosheid als gevolg (24,4 procent in 2017).

Egied Van Broeckhoven

Toen het schoolbestuur op zoek was naar een geschikte locatie voor een nieuwe school, werd uitsluitend gefocust op de arme sikkel: een gordel van wijken van de gemeenten Sint-Gillis, Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node. Deze stadswijken worden gekenmerkt door een hoge bevolkingsdichtheid, een concentratie aan immigranten, een uiterst laag gemiddeld inkomen per personen en een hoge werkloosheid. Uiteindelijk werd een locatie gevonden langs de Ninoofse Steenweg dicht bij het West Station in de gemeente Sint-Jans-Molenbeek. 

Mijn roeping is aan de mensen de mystieke diepte van de vriendschap te leren

Veel symbolischer kan de plaats niet zijn voor de jezuïeten, want het ligt heel dicht bij Kuregem (Anderlecht) waar de jezuïet Egied Van Broeckhoven in de jaren zestig woonde en werkte. Egied was een priester-arbeider die in 1967 op 34-jarige leeftijd stierf in een arbeidsongeval in een metaalbedrijf. Egied was een man die gedreven was door sociale rechtvaardigheid en midden onder de mensen wilde staan en leven. Daarnaast was hij ook een mysticus, zoals blijkt uit zijn “Dagboek van de vriendschap”. Een citaat dat zijn drijfveren treffend verwoordt: “Mijn roeping is aan de mensen de mystieke diepte van de vriendschap te leren.

De Egied Van Broeckhovenschool

Vanuit de hierboven geschetste maatschappelijke en pedagogische context is de idee van de Egied Van Broeckhovenschool gegroeid en de oprichting van deze school is een heel concreet antwoord op het appèl van de jezuïeten om de grenzen op te zoeken en op de breuklijnen in de samenleving te werken. 

In 2017 werd de school geselecteerd door de Vlaamse Regering als projectspecifiek dbfm-project. Dbfm (Design Build Finance Maintain) is een vorm van publiek private samenwerking waarbij de school gedurende dertig jaar van de overheid een subsidie krijgt voor het gebouw en het onderhoud ervan.

Aan het verdere financiële plaatje wordt volop gewerkt: er worden nog fondsen gezocht voor enerzijds de aankoop van de grond en de voorbereidende studies, anderzijds voor de opstart van de school. 

Momenteel wordt het bouwprogramma opgesteld en de administratieve weg van de aanbestedingsprocedure doorlopen om een projectvennootschap aan te stellen die het gebouw zal ontwerpen en bouwen. Als alles volgens plan verloopt, zou de nieuwe school haar deuren moeten openen op 1 september 2023. Dat wordt dan een brede domeinschool voor zo’n 850 leerlingen secundair onderwijs waar leerlingen zowel doorstroomgerichte studierichtingen kunnen volgen als technische en beroepsgerichte opleidingen in twee verschillende inhoudelijke domeinen waar een grote nood aan is op de Brusselse arbeidsmarkt: Stem (Science Technology Engineering and Maths) en verzorging. Er zijn ook gesprekken aan de gang met verschillende jeugdwerkingen die in de buurt actief zijn, zodat de school ook buiten de schooluren een plaats is waar de jongeren uit de buurt terecht kunnen voor begeleiding en vrije tijdsbesteding.

Op die manier wil de school een baken van hoop en geloof zijn op deze specifieke plek door geïnspireerd en kwalitatief goed onderwijs aan te bieden waarmee jongeren op weg geholpen worden om hun plaats te vinden in onze gemondialiseerde samenleving.

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel